woensdag 17 april 2013

Dominica: sprookjesachtig, maar straatarm


Elk Caribisch eiland is toch net weer even anders. Na het 'Europese' Martinique varen we naar Dominica, waar we veel lof over hebben gehoord. De eerste aanblik bij hoofdstadje Rouseau is even een tegenvaller. De huizen in de baai zijn oud en vervallen en over de hele lengte is slechts een kiezelstrand met grote stenen. Vlakbij het stadje zelf klinkt keiharde muziek en van de beschreven prachtige architectuur zien we vanaf het water niet meer dan een kerk, die er wel aardig uitziet. We zoeken naar een ankerplek, maar overal is het meer dan 10 meter diep, en zwichten voor de moorring die een boatboy ons aanbiedt.

Een goede keus, zo blijkt later. De eigenaar van de boei, Pancho, een rastafari die een groot deel van de dag onder een zelfgemaakt tentafdak op het kiezelstrand zit, biedt ook internet bij zijn boei. En eindelijk kunnen we gewoon weer eens vanaf de boot het web op.
Kloofzwemmen

Naast veel Fransen die hier voor anker liggen, ligt een stukje verderop de Waltzing Mathilda, een Nederlandse Contest met Roos, Matieu, Fien (8) en Max (7). Met een gehuurd autootje hebben ze het eiland verkend, en we besluiten hetzelfde te doen. De volgende dag rijden we achter hen aan naar onder meer de to Ti Tu Gorge, een adembenemende kloof waar je doorheen kunt zwemmen. Er zijn die dag geen cruiseschepen in het stadje en we hebben de natuur voor onszelf. We laten ons in het steenkoude water zakken en zwemmen door de kloof heen, die leidt naar twee watervallen. Het water is glashelder en de wanden van de kloof, torenen begroeid boven ons uit. Het lijkt wel een sprookje. Na het zwemmen, warmen we op in het lauwwarme watervalletje dat uit de berg stroomt, opgewarmd door één van de 7 vulkanen op dit eiland.
Hotsprings

De Trafalgar watervallen, een de velen op het eiland, zijn stukken drukker. Hidde holt achter Fien en Max aan naar één van de meterhoge waterstromen die zo van de berg af klateren. Hij gaat verder aan mijn hand als de stenen groot en rond worden en de weg moeilijk begaanbaar wordt. Chris heeft Lara op zijn schouders, maar als de rotsen nog gladder en hoger worden, laten we ons voortijdig zakken in een van de hotsprings. De door een vulkaan opgewarmde bronnen zijn bij een luchttemperatuur van 30 graden eigenlijk veel te warm, maar de kinderen vinden het heerlijk. Met rood verhitte hoofden klimmen ze van poel naar poel door het door zwavel gekleurde water, dat uitkomt in de koude rivier van de waterval.
Indianen

Ook de volgende dag crossen we nog een keer over het rijk begroeide Dominica. Ons gezin is dan voor één dagje uitgebreid met Fien en Max, aangezien hun ouders een paar uur durende wandeling maken naar het Boiling Lake. Dit meer, ergens op de top van een berg, is door een vulkaan zo warm dat het (bijna) kookt. Wij rijden naar het Caribreservaat, waar nog als enigen in de Carieb 200 afstammelingen wonen van de Caribindianen, oorspronkelijke bewoners van Dominica. In een klein dorpje aan zee tonen ze hoe hun voorouders leefden. Het reservaat zelf strekt zich uit langs de kust en bestaat uit kleine gekleurde huisje, bijna niet groter dan een kippenhok, waar de gezinnen in leven. Langs de kant van de weg staan kleine stalletjes met gevlochten manden en we passeren een Cassavebakkerij, waar het traditionele brood wordt gemaakt met meel gewonnen uit de Cassave (een knolgewas).
Hoewel het een lange rit is, zitten zowel Fien en Max als onze kinderen voorbeeldig braaf achterin de auto met een Nintendo op schoot. Het reservaat is prachtig, maar het betaalde indianendorpje zelf blijkt een wassen neus bestaande uit een handvol gebouwtjes met rieten daken, een uit een boomstam gesneden kano en wat mandenvlechtende indianenafstammelingen. De kinderen vinden het echter prachtig. Ze spelen met de pijl en bogen en met een strohalm om hun hoofd gebonden met een stuk varen als veer, voelen ze zich echte indianen. De mandenvlechtende dames giechelen en laten hun werk even voor wat is om naar de spelende kinderen te kijken.

Vrolijk
Hoewel arm - Dominica was tot voor kort een van de armste Caribische eilanden, toerisme komt door het gebrek aan zandstranden maar langzaam op gang - ogen de mensen in Roseau erg vrolijk. De meesten hebben humor en sinds lange tijd voel ik me geen wandelende portemonnee. Er wordt luidkeels gelachen en overal scharen groepjes mensen samen voor de gezelligheid. Uit bijna elk huisje steekt wel een hoofd en er zijn hier opvallend veel rastafari's, mannen met (lang) rastahaar. Lang niet iedereen hiervan is echter vegetarisch en religieus. Het is vooral een stijl die velen aanhangen. Of wellicht wel een verzet, aangezien het zijn van een rastafari tot voor kort verboden was. Reden was de moord op een blanke, die dreigde een wietplantage te verklikken.

Voldaan
Hoe anders is Portsmouth waar we daags daarna heen varen. De lange weg parallel aan een zandstrand in de baai heeft aan weerszijden slechts kleine vervallen huisjes. Mensen lopen in slechte kleding en overal scharrelen kippen met kuikens door de straten. De toon in dit tweede stadje van het eiland is hier duidelijk meer gedimd. Na een mooie riviertocht op de Indian River, die door een moeras loopt, gaan we anker op naar Les Saints, een eilandengroep vlak voor Guadeloupe.

Dominica heeft haar reputatie eer aan gedaan en voldaan varen we door, op naar nieuwe prachtplekjes, want die blijken er nog steeds genoeg.
Doordat we lange tijd geen internet hadden, is dit bericht wat verouderd. Na Guadeloupe, Antigua en het prachtige Barbuda, zijn we vanochtend aangekomen in Sint Maarten. Hier komen morgen mijn ouders voor twee weekjes langs! Daarna gaan we ons klaarmaken voor de overtocht terug, want die komt angstvallig dichterbij ... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten