woensdag 26 december 2012

KerstLand in zicht!

Een geur van zand was de eerste aanwijzing dat land dichtbij moest zijn, een drijvende kokosnoot naast de boot de tweede. Gistermiddag, Eerste Kerstdag, voeren we na zestien dagen op zee dan eindelijk de troebele Surinamerivier op. Met harde wind op de neus maar met de stroming in de kont voeren we met ruim 7 knopen langs een gordel van oerwoud en oude plantages, naar de hoofdstad Paramaribo. En daar: anker uit en zo snel mogelijk aan land.

Hidde en Lara hebben eerst 5 minuten om de paal heen gerend van het Piertje waar we aanmeerden. Wij moesten onszelf tegenhouden niet hetzelfde te doen. Terwijl we over de Van Sommerdijkstraat liepen, bussen met swingmuziek langskwamen en bedelaars die in het Nederlands vroegen om een gulden, was het nog niet doorgedrongen. Dat besef kwam vandaag pas en wat is Paramaribo een heerlijke stad of liever gezegd dorp, want zo voelt het hier. En wat zijn die enorme tropische bomen, die heerlijke muziek en relaxte en behulpzame mensen die bijna allemaal Nederlands spreken (!) een verademing. We genieten met volle teugen.
Marcel gaat over enkele dagen naar huis, dus we gaan nog snel een programmaatje maken om de omgeving te zien. Wijzelf zullen hier zeker een week of 2 blijven en hebben daarna dus geen haast meer.

Lieve mensen, allemaal heel erg bedankt voor jullie steunbetuigingen, lieve berichtjes en kerstwensen. Zo hebben we ons niet helemaal alleen gevoeld op die grote oceaan. En nou … genieten!!!
Wij wensen jullie vanaf het snikhete Parbo alvast een bloedmooi Nieuwjaar.

May all your dreams come true!
Liefs, de crew van de Jan van Gent  


Moe, maar heel voldaan gisteravond in 't Vat, het enige tentje dat open was. Lara nat en bezweet van het rennen en spelen met de fontein en Hidde gaar van hollen en vliegen.
Merry Christmas and a happy New Year xxxxx

dinsdag 25 december 2012

Wonderlijke kerstavond op de Jan van Gent

Terwijl we luidkeels kerstliedjes meezingen met een kinderkerstcd, passeren we de 100 mijls grens. We hadden al liever aan wal geweest, maar nu we nog aan boord zijn van de Jan van Gent, maken we er maar meteen het beste van. In de kuip ligt een schaaltje met speciaal overgevlogen Nederlandse musketkransen en chocolade kerstmannetjes. De kinderen hebben hun wangen er vol mee en Marcel, Chris en ik zingen uit volle borst mee met 'Stille nacht' en 'Er is een kindeke'. Misschien niet wat we hoopten, maar toch bijzonder zo op zee.

Zeilwisseldag
Het is een rare dag geweest. Zo weinig wind als we de afgelopen dagen hebben gehad, zoveel hebben we vandaag met vlagen. 'Zeilwisseldag' noemde Marcel het en daar leek het verdacht veel op. Omdat we mijlen willen maken, hebben we het liefst onze grootste zeil opstaan. Doorgaans zetten we die booster één keer per dag op en halen hem op enig moment weg. Vandaag zit de lucht echter vol buien met geregeld zoveel wind, dat de booster keer op keer weg moet om te zorgen dat deze heel blijft. De mannen togen dan vol goede moed het dek op, halen het zeil weg en hijsen het grootzeil en het fok. Meestal wanneer ze net weer in kuip zitten, zakt de wind in naar 6 tot 8 knopen, waarmee de voortgang is verdwenen.

Het tafereel herhaalt zich zeker een keer of 5 met als toppunt in de avond wanneer de kinderen net op bed liggen. Terwijl we in alle rust genieten van een kopje thee, nadert ons een donker front met zeer grote snelheid. Enigszins lacherig kijken we naar de windmeter, die de windsnelheid in knopen aangeeft. "Let op, daar gaat ie zo weer", zegt Chris. Tegelijk: "12, 14, 18, 20, 22, 25, shittt, 30, over de 30!" Ik laat de schoot vieren en met zijn drieën vliegen we naar het voordek. De lap zeil moet zo snel mogelijk naar binnen. Wanneer we het net weg hebben, stort het ineens met bakken uit de hemel. We sluiten de luiken en zelfs zonder zeil halen we nog een snelheid van 2,3 knopen.
Er is in ieder geval geen discussie meer of we de booster vanavond laten staan of niet. Die is toch al naar beneden.

Gevangen kerstmalen
Maar niet alleen het zeilen wisselen maakt deze dag anders dan anders. Terwijl we met de kinderen genieten van ons kerstavondmaaltijd, vers gebakken krenten- en wit brood en tonijnsalade uit blik, holt Chris naar het achterdek en begint aan de vislijn te trekken. "Snel alcohol", roept hij. Het is al de vierde keer vandaag dat er iets aan de lijn zit. Dagenlang hebben we niks gevangen en nu bijten ze achter elkaar. De eerste twee keer vingen we echter iets wat leek op een steur of haaitje. Een vreemd zacht rank lijf met op z'n kop een soort plateau. Niemand durfde hem echter te eten, dus we hebben de dieren weer teruggegooid. De derde vis was voortijdig van de haak af, maar de vierde keer is het beest dan toch binnen. Het is een tonijn en een mooie ook. De kinderen dringen zich rond de vis en we moeten ze weer enigszins tot bedaren krijgen, zo uitgelaten zijn ze.

We hebben nog geen hap krentenbrood genomen, of de vislijn staat alweer strak. Weer een tonijn. "Zo is wel genoeg hè", zegt Chris. Ik knik. Hij gooit de lijn uit om hem netjes op te kunnen rollen en hap, weer beet. Ook deze derde tonijn hijsen we aan boord en ach, morgen is het kerst, dan maar flink aan de vis! Wonderlijk. Zo zit je te dubben over welk blik we als kerstmaaltijd opofferen en zo hengel je drie kerstmalen binnen.

Kerstontbijt
De vlagerige wind van vandaag is vanavond omgezet naar een constante harde wind. Met slechts een puntje fok lopen we ruim 5,5 knoop en als het zo doorgaat, zijn we tegen de middag vlakbij Paramaribo. Toch nog met kerst. De andere boten met wie we samen vertrokken, zullen vandaag zijn aangekomen. Wij sluiten dan morgen de rij. En dan … even bijkomen, schrobben, wassen, uitlaten, boodschappen doen, op de kant eten. Kortom even genieten. Maar eerst morgen nog een kerstontbijtje met de laatste drie eieren, een klein kerststolletje en nog wat cadeautjes van de Scheveningse kerstman.

Wij wensen jullie vanaf de Jan van Gent een vrolijk kerstfeest!!! Dikke kus,

Chris, June, Marcel , Hidde en Lara

zondag 23 december 2012

Dag 13: aaaargghhh

Schgggggg, klaabam. Terwijl ik het gasfornuis probeer los te krijgen, schuift mijn net gevulde pan met water voor pasta van de ene kant van de keuken, naar de andere om vervolgens met veel lawaai over het randje te kieperen. Het water ligt overal. Op de grond, over de draagbare dvdspeler op de navigatiehoek, tussen de vlonders. Snel grijpen Chris en ik handdoeken om de schade te beperken. Terwijl ik sta te deppen, kook ik van binnen woede en daarna voel ik tranen opwellen. Het is weer zo'n onbewaakt waarin ik probeerde twee dingen tegelijk te doen. Hoe vaak moet het misgaan voordat doordringt dat dat op een slingerende boot niet kan?

Opgaaf
Maar het is frustrerend, omdat het geen moment rustig is. Al bijna twee weken niet, met een enkele dag als uitzondering daargelaten. Niks gaat normaal. Ontbijten, lunchen of avondeten in de kuip betekent zoveel mogelijk de borden, het beleg en andere attributen klemmen met kuipkussens op de grond en anders met een voet. Die andere voet heb je nodig om jezelf tegen te houden. Degene die het dichts bij de kinderen zit, bekommert zich dan om hen. Een opgaaf, omdat ze standaard tijdens het warme middageten weigeren iets tot zich te nemen en het bij voorkeur uitsmeren over iets in de buurt. Pannenkoeken uitgezonderd. De maaltijd uitzitten tot het eind, hebben we al laten varen. Genoeg gegeten? Wegwezen, ga maar spelen. Hebben wij een momentje rust.

Nee, dat einde van deze overtocht kan niet snel genoeg komen. Groundhogday. Zo noemde Marcel het van de week. Ken je die film? Het gaat over een verslaggever de elke dag wakker wordt op eenzelfde dag. Steeds opnieuw herhaalt zich die specifieke dag, komt hij dezelfde mensen tegen en maakt bij dezelfde dingen mee. Tot hij er gek van wordt. Laat ik één ding voorop stellen: wij worden niet gek, maar we zijn wel toe aan rust. Een boot die stil ligt, een rustige nacht slaap en even onszelf en vooral de kinderen uitlaten, want die hebben wat energie te verbruiken. Ze houden zich kranig, maar aan het einde van de dag zouden ze nog wel een dag door kunnen. Wij zijn dan daarentegen volledig op en toe aan een goede nacht slaap, die we maar ten dele krijgen.

Geen wind
Tot overmaat van ramp is sinds het passeren van de magische 500 mijlsgrens, de wind op. Al twee etmalen is het sappelen en lopen we niet de beloofde 120 maar 80 mijl op een dag.

Het goede nieuws is dat we er ondanks alles bijna zijn. Dat we er zin in hebben en dat we er gewoon gaan komen. Marcel gaat voor spareribs aan wal of de halve kip, ik voor de bami die ik op een foto in ene Surinameboekje zag staan en Chris wil vooral iets wat niet beweegt.
Weinig wind heeft ook voordelen: eindelijk een verkoelende duik in de oceaan! Althans verkoelend, hij is behoorlijk lauw (oftewel, heerlijk!). Het woord zwemmen was koud één keer gevallen en de twee boordkabouters hadden zich al op het achterdek geschaard om te water te gaan. En hoewel in vergelijking met andere dagen er nagenoeg geen golven stonden, was de deining voor de kinderen eigenlijk nog te veel. Het schip danste op het water, waarbij het zich ophief en weer neerkwam. Best een indrukwekkend gezicht voor de kinderen, die al vrij snel weer aan dek stonden. Marcel kwam het water uit met iets wat leek op een kwallenbeet op zijn armen in zijn nek. De onzichtbare dader was er stilletjes tussenuit geknepen, maar zijn of haar tentakels hadden een vuurrood spoor op Max z'n huid achtergelaten. Iets dat gelukkig snel weer bijtrok.

Schepen!
Marcel heeft gisternacht voor het eerst sinds bijna twee weken een boot gezien. En niet zo maar een, het was een 200 meter lang vrachtschip op ramkoers. Na contact met de marifoon, passeerden we elkaar op deze oneindige pas op minder dan één mijl afstand. Angstaanjagend weinig eigenlijk. Vannacht hebben we zelfs twee schepen gezien. Soms denk ik zelfs dat ik het land ruik, al zal de wens wel de vader zijn van de gedachte.

Hoe de ene dag een beproeving lijkt, zo valt een andere wel weer mee. Vandaag, onze 15e dag op zee, staat er relatief weinig deining en ziet de wereld er ineens heel anders uit. Reisgidsjes van de Carieb (smul) liggen in de kuip naast die van Suriname en er kan redelijk geleefd en gespeeld worden. Een verademing in vergelijking met de afgelopen dagen. En ach, waar hebben we het over, nog maar iets meer dan 200 mijl te gaan … We komen er wel!

donderdag 20 december 2012

Dag 11: Lichtgewond na nachtelijk zeilwissel

Mijn wacht is bijna voorbij, nog driekwartier en ik kan mijn bedje inschuiven. Fijn, want ik begin nu toch moe te worden. Twee dagen geleden heb ik met Marcel van wacht gewisseld, omdat ik het erg zwaar vond om dezelfde tijd als de kinderen naar bed te gaan en weer met ze op te staan. Nu draai ik wacht van 8 uur 's avonds tot 12 uur 's nachts, waarna ik tot een uur of 7 kan slapen. Dan heb ik nog net even de avond voor mezelf, om wat te lezen, te schrijven of te mijmeren.

De lucht is helder met her en der wat bewolking. De booster, ons grootste zeil met blauw, zwart en witte banen, stuwt ons schip vooruit over de golven. Nog geen schip gezien, al dagen niet trouwens. Ik zet mijn wekkertje op 20 minuten later. Dan kan ik na een kort slaapje nog even in het logboek schrijven, thee zetten voor Chris die na mij wacht heeft en mijn tanden poetsen. Om vervolgens mijn wacht over te dragen. Wanneer ik net mijn hoofd op een van de kussens in de kuip te ruste leg, begint de booster luid te klapperen.

Aangetrokken wind
Verschrikt kijk ik op, hé, hoe kan dat? Ik kijk naar onze koers op de plotter: we moeten 267 voorliggen en we gaan nu 200, 190, 180. Shit dat is niet goed. Ik lijn mezelf aan en behoedzaam beweeg ik naar het achterdek. Elke keer wanneer een golf het schip opzij zet, houd ik me stevig vast aan de reling. De wind is met 20 tot 23 knopen eigenlijk ook behoorlijk aangetrokken met een uur geleden, realiseer ik me, en we bewegen wel erg heftig heen en weer. Ik plof met mijn billen op de opgevouwen rubberboot en trek de hendel van de windvaanstuurinrichting los. Met veel kracht duw ik het roertje weer de goede richting in, zodat we weer op koers komen en het zeil weer genoeg wind vangt. Het gaat bijna niet, het lijkt wel of het schip niet beweegt. Ik blijf duwen en eindelijk gebeurt er wat. Eenmaal op koers, trek ik de hendel weer vast.

Ik pak het logboek en ga binnen schrijven. Tijd, positie, wind en windkracht, temperatuur, barometerstand en aantal mijlen nog te gaan. Dan hoor ik weer geklapper. Nee hè, hij is weer los. Ik ga weer naar boven, lijn me weer aan en probeer hem terug te krijgen. Deze keer lukt het echt niet en moet ik het stuurwiel losmaken, dat we standaard vastzetten zodat die geen eigen leven gaat leiden. Eindelijk is het schip weer op koers. Wanneer ik net ik weer binnen ben, begint het weer. En weer en weer. De wind is blijkbaar te hard voor het zeil dat we voeren. De windvaan houdt het niet meer. Na de vijfde keer besluit ik Chris wakker te maken.

Kracht
Samen met Marcel, die we hebben gewekt om zeilen te wisselen, begeeft Chris zich naar het voordek. Het schip trekt zich met 6 tot 7 knopen als een bezetene door het water. Het water spuit glinsterend van de fosfor langs beide zijden van de boeg en de mannen maken in het pikkedonker de lijn (val) los, waarmee de booster is gehesen. Chris zit klaar om het zeil binnen te halen, Marcel heeft de val paraat en ik zit klaar om de schoot in de kuip te laten vieren. 'Klaar?' roept Chris. 'Bijna', antwoord ik. Ik haal de schoot van de kikker af zodat ik hem rustig via de bolder kan laten vieren, als ineens, raaaashhhhhhhh, ggggggggg, klapperklapperklapper. Er staat zoveel kracht op het zeil dat de lijn pijlsnel door mijn handen schiet. Ik voel mijn vel meeschuren. 'Sorry', gil ik naar voren, want het grote zeil is nu in een keer los. Maar de mannen hebben hun handen vol met de booster die luid klappert rond de voorstag en ze moeten binnenhalen. Als het ding eenmaal kletsnat in de zeilzak zit, maken ze het fok klaar en zetten de boom erin.

Eenmaal terug in de kuip bekijken we de schade. Het grote zeil lijkt in orde. Bij mijn ringvinger is een stuk huid weggeschuurd, eigenlijk een grote blaar die open is en ik heb wat blauwe plekken op mijn arm, waar het touw langs sloeg. Ook Chris is gewond. Hij stootte met zijn knie tegen een rail op dek, toen Marcel zijn evenwicht even verloor. Uit Marcel zijn hand sijpelt een klein beetje bloed. Maar het valt allemaal wel mee. We blikken van het zeil naar de plotter. 'We gaan nog steeds 6 knopen', concludeert Chris tevreden, en het schip ligt stukken rustiger. 'Was gaaf hè', zeggen ze tegen elkaar. 'Zo, zag je hoe dat water spoot?' Het is inmiddels 1 uur 's nachts en Marcel en ik duiken onze kooi in. Chris zijn beurt voor de wacht.

Grens
Eigenlijk is bovenstaande twee dagen geleden gebeurd. Vannacht en de nacht daarvoor hoefden we geen zeil te wisselen, iets wat we ook tot het minimum proberen te beperken als we eenmaal de nacht ingaan. Maar het is het meest spectaculaire verhaal dat ik nu kan vertellen. De dagelijkse realiteit is veel van hetzelfde: slingeren, staande houden, warm, soms zat en steeds maar weer tellen hoeveel mijlen we nog moeten. Het zou bijna een klaagverhaal worden. Oceaanzeilen klinkt idyllisch, maar ik denk dat weinigen dat volmondig uitspreken. Het is bijzonder, van tijd tot tijd genieten, maar vooral heel intensief. Sinds gister is het uur later donker. We moeten ook eigenlijk de klok gaan verzetten, maar hebben dat tot op heden verzuimd.

Verder naderen we de 500 mijls grens … zagen we voor het eerst sinds dagen een boot op de AIS, ga ik zo weer een piratenschip bouwen en daarna een brood bakken.

Ciao!

dinsdag 18 december 2012

Dag 9: aftellen begonnen

De tijd van weinig kleding is definitief aangebroken. Je kunt merken dat we dichter bij de evenaar komen. De temperaturen zijn de afgelopen dagen behoorlijk gestegen met buiten 29 graden en binnen maar liefst 32. Wanneer ik Lara 's middags na haar slaapje uit de punt haal, zitten haar krullen vastgeplakt rond haar hoofd van het zweet. Ook in de achterkajuit is het moeilijk uit te houden. Enkele minuten daar staan garant voor een met zweet bepareld lichaam. Eigenlijk is het alleen buiten goed toeven, maar dan in de schaduw, want in de zon brand je werkelijk weg. De kinderen kiezen deze dagen eieren voor hun geld. Anders dan aan het begin van deze reis houden ze zich rustig en zitten ze liever voor een filmpje, dan iets serieus te ondernemen. En dat is voor ons een uitkomst.

Poco poco
Het tempo aan boord is inmiddels ook drastisch gedaald. Dat moet ook wel, want de temperatuur met de nog steeds bewegende boot (soms 30 graden) en nachtelijke wachten, vormen een behoorlijke uitputtingsslag. We proberen onszelf zo min mogelijk te bewegen, hetgeen niet altijd lukt met kinderen aan boord. Bovendien gaan de dagelijkse beslommeringen als brood bakken, afwassen in de kuip en eten koken gewoon door. Omkleden, wassen en opmaken 's ochtends zijn activiteiten waar je je toe moet zetten, maar die uiteindelijk toch de moeite waard zijn. De hele dag er als een slons bijlopen, word je niet veel beter van.
Toch houdt iedereen zich wonderwel goed. Lara is de grote pias aan boord. Geregeld zet ze zelf een piratenhoed op en verschijnt als een echte zeerover in de kajuitingang. Dan weer vindt ze de kaboutermuts met baard die ze triomfantelijk op haar hoofd plaatst. Of ze klimt stiekem op de navigatietafel om de rieten hoed van Chris te ontvreemden en rond haar lekkere smoeltje te trekken. Hidde put iedereen aan boord het liefst fysiek uit. Piraatje spelen in de punt, kastelen bouwen van de duplo of verstoppertje staan in zijn top 3 en worden het liefst de hele dag uitgevoerd.

Over de helft
Ondanks het schommelen, gaat het doorgaans nog steeds prima. Toch vond gistermiddag een hoogtepuntje plaats. Zo rond de klok van 11.30 uur voeren we van de ene kant naar de andere kant van de oceaan. Oftewel, waren we over de helft. En ondanks dat het vooral om de reis gaat (bla bla bla), is het fijn dat het einde toch in zicht komt. Hoewel dat zo nog zeven dagen kan duren.
Vooral de mannen zijn steeds druk met het berekenen hoeveel mijl we elk etmaal lopen en over hoelang we er met die snelheid zullen zijn. De uitslagen variëren van kerstavond tot eerste kerstdag. Ook genieten ze erg van het filosoferen over de beste stand van de zeilen en hoe we het snelst weer op de koerslijn kunnen komen. Vandaag hebben ze aan de andere kant van het het uitgeboomde fok de booster geplaatst. Dat dit geïmproviseerde passaatzeil voorlopig werkt, bewijst de snelheid van ruim 6 knopen per uur. Glunderende mannen = blije ik.
Het stroomprobleem wordt helaas alleen maar erger. Minimaal twee keer per dag starten we de motor om de accu's bij te laden en elke keer valt ergens vroeg in de ochtend de apparatuur uit. Mogelijk is een van de accu's slecht. Van tijd tot schuimt Chris met hoofdlamp door de boot op zoek naar de oorzaak. Tot op heden is die nog onbekend. We hopen maar dat het niet nog erger wordt.

IJs
Ondertussen gaan we hard door de versvoorraad heen. Naast 2 komkommers, wat wortels, uien en aardappelen, zijn er nog enkele appels en bananen. Voor de rest eten we veel uit blik en een zelfgevangen vis, hetgeen eens in de paar dagen voor komt. Het zelfgebakken brood mag dan elke keer een opgaaf zijn, het is ook elke keer weer dubbel en dwars genieten.
Nu de temperaturen stijgen, gaat alleen al het drinkwater met meer dan 5 liter per dag extra hard. Vooral Lara kan blijven drinken. Hidde is al gauw tevreden met melk, en daarvan hebben we nog behoorlijk wat aan boord. Ook gaat er minimaal een pak sap per dag doorheen.
Op dit moment hoeven we nog minder dan 800 mijl en dat geeft weer wat moed. Want een bad of douche, een rustige slaap en wellicht een sundea ijsje met caramel en nootjes, zoals we vandaag unaniem bedachten, zijn gewenst ;)

vrijdag 14 december 2012

6e dag: op 1/3

'Klap'. Ik zit in de kuip te slapen tijdens mijn wacht als ik door iets geraakt word. Aangezien er vaker dingen door de kuip vliegen als het schip opzij wordt gezet door een golf, grijp ik met mijn duffe hoofd naar de grond. Kussens en aaaahhh, wat is dat? Iets langs en donkers spartelt in mijn hand. Van schrik laat ik de bijna 30 cm lange vliegende vis vallen. Het arme beest is de kuip ingevlogen en spartelt nu op de grond. Zal ik hem in een emmer doen om hem aan de anderen te laten zien? Altijd leuker dan een dode vis op het dek. Maar ik bedenk me, pak het beest met mijn mouwen op en gooi hem terug in zee. Deze heeft geluk gehad.

Dolfijnen
Dat zijn maatjes dat niet hadden, ontdek ik zo'n twee uur later. Hidde en Lara zijn inmiddels ontwaakt en terwijl we in de kuip naar de zee kijken, zie ik ineens een vin. Dolfijnen! De eerste tijdens deze reis. 'Max', roep ik naar binnen, 'dolfijnen!' Langzaam beweegt Marcel zich vanaf de bank waar hij sliep naar de kuip. En het zijn er nogal wat. Dan weer links, dan weer rechts van de boot. Ga maar naar de boeg, zeg ik tegen hem, en terwijl we naar de punt lopen, zien we zijn maatjes. Vier grote vliegende vissen en twee kleintjes liggen halfverdroogd aan dek. Blijkbaar zijn ze in een school over de boot gesprongen en heeft niet iedereen de sprong gehaald. Terwijl Hidde het dek visvrij maakt, giert Lara met ome Marcel naar de dolfijnen. Na het spektakel genieten we in de kuip van vers gebakken brood.

Moreel
De ochtend is zwoel en ook de nachten worden weer wat warmer. Mijn laatste twee nachtelijke wachten was er geen maan en daardoor is het erg donker op zee. We hebben al dagenlang geen schip gezien en dat terwijl op deze koers meer schepen moeten varen. Niks. We lijken helemaal alleen. De golven van de afgelopen dagen lijken iets minder geworden, maar het schommelen is daar niet minder door. En dat is nog steeds geregeld intensief. Dag en nacht een flink bewegende boot kan dan soms ineens je neus uit komen. Vliegende vissen aan dek, dolfijnen, verstoppertje spelen met elkaar, vers gebakken brood of een goed gesprek, maken een hoop goed. En gesprekken zijn er; over lange tochten op een continu bewegende boot en daarbij horend moreel, over het opvoeden van kinderen, over vroeger (begint dat nu al), over aankomen in Suriname, het leven en natuurlijk over voetbal.

Wachten
Met steeds 5 tot 6 knopen snelheid liggen we nog steeds op schema. Op moment van schrijven (20.00 uur Nederlandse tijd en 18:00 uur lokale tijd) hebben we 633 mijl afgelegd en daarmee eenderde van de reis. De afgelopen dagen hebben we steeds alleen met het fok op gevaren, die we hebben uitgeboomd. Soms moet het naar de andere kant, maar omdat we bijna aan de maximale snelheid (rompsnelheid) van deze boot zitten, heeft het geen zin meer zeil te zetten. Meer smaken zijn er even niet en dat is prima.

Hidde zegt elke keer wanneer we de motor starten voor stroom: 'zijn we er al?' Helaas, hij moet nog even wachten. En wij dus ook.

donderdag 13 december 2012

Dag 5: rust gezocht

Heen en weer, heen en weer, heen en weer. En dat dagenlang. Ongelooflijk. Sinds die passaat ons gevonden heeft, waait ie ook flink door. Met 7 tot 15 (3/4 bft) en zelfs de laatste twee dagen en nachten steeds 15 tot 22 (4/6 bft) knopen wind stuiven we vooruit door het knalblauwe water van de oceaan, geholpen door een constante stroming. 'Je zou de boot soms wel even stil willen leggen', zei Marcel gister nog, na een gebroken nacht door het geslinger en gekraak. 'Dan kun je even rustig eten en slapen.'
Geregeld blikken we dan ook op de plotter, die niet alleen onze koerslijn aangeeft, maar ook de afstand die we nog moeten. Magische grenzen als 1800, 1700, 1600, 1500 en zojuist de 1400 mijl zijn gepasseerd. Sinds ons vertrek 9 december hebben we ruim 480 mijl gevaren. Als we op deze snelheid doorgaan zouden we - met een beetje mazzel - de dag voor kerst aan kunnen komen. En dan gaan we naar een echte Surinaamse kerstavond, zo hebben we bedacht. Mochten we pas op Kerstdag aankomen, gaan we in een restaurantje roti eten, lekker aan wal.

Teveel
We beginnen nu aan onze 5e dag op zee, maar soms lijkt het al meer dan een week. Door het gerol klinkt er een continu gekraak binnen van kastjes, houtwerk of spanten. Werkelijk alles beweegt. Geregeld rollen er dingen mee in de kastjes, waarvan ik niet eens wist dat ze los zaten en van tijd tot klinkt er een luide klap op de romp en maakt het schip een lichte slagzij.
De golven die vanachter komen, zijn aardig opgebouwd en nu vooral overdag kan je adem soms in je keel stokken wanneer er een golf achter het schip oprijst. Iedere keer glijdt ze echter weer beheerst naar beneden en kan het schip ze makkelijk aan. 's Nachts in de kajuit lijkt het getrek en geduw het schip af en toe teveel te worden. 'Ik dacht vannacht dat het schip uit elkaar viel', zei Marcel gister, toen we met 6 tot 7 knopen met luid getril en gepiep door de golven heen spoten.
Dus dit is het nu om die Atlantische Oceaan over te steken. Dit is het stuk wat ik het meest vreesde met twee kinderen. Tot nu toe gaat het, zoals ik ook van iedereen had gehoord, eigenlijk heel soepel. Toegeven, het continue rollen maakt het intensief en het duurt vooral nog erg lang voordat we in Suriname zijn, maar we maken tenminste voortgang!

Streken
De kinderen zijn inmiddels ook weer ingeslingerd en waarschijnlijk omdat ze op de boot zitten er niet af kunnen, krijgt Hidde de laatste dagen streken. Toen hij onlangs tijdens het eten naar het toilet moest, een beproefde smoes die wij steeds verzuimen voor te zijn, stapte hij bij terugkomst op de trap. 'Kom Hidde, doorlopen', zei ik nog. Hij keek me wat verbaasd aan en antwoordde: 'Mijn voet wil niet.' Chris en ik hadden moeite onze lach in te houden. Wat een boefje. Gister nog zo één. Nadat hij triomfantelijk de inhoud doos met duplo over de grond had leeggeschud, vroeg ik hem deze weer op te ruimen. Hij keek me aan, bracht zijn hand naar zijn oor en zei: 'Je moet harder praten, ik versta je niet.' Vertwijfeld keek ik hem aan. Neemt hij me nou in de maling? Maar ook een tweede keer zei hij: 'Ik versta je niet'. Ongelooflijk, begint dat nu al?

Eerlijk is eerlijk, dagenlang met 5 man op een boot die nog korter is dan 10 meter, vergt wat creativiteit. Dat mijn broer Marcel erbij is, is niet alleen heel gezellig, maar van tijd tot tijd ook een verademing. De taken die je normaal met zijn tweeen klaart, neemt hij ons deels uit handen. Net als de wachten 's nachts en dat is heerlijk. Niettemin blijft het af en toe nog een opgaaf, vooral wanneer de kinderen bij het eerste ochtendgloren al ontwaken. Gordijntjes dicht, hoes over hun luik, het mag niet baten. Tussen 06.30 en 07.00 uur gaan de biologische wekkertjes , waarna ik ofwel een soort trommelgeluiden waarneem (voeten tegen de muur) of de boot zich vult met een klagend 'maaaamaaa'. En dan zit er niks op dan me klaar te maken voor een nieuwe dag.

Klusjes
Gister zijn ze lekker in een zoet bad geweest, een luxe die we ons vooral konden permitteren omdat de zonnedouche lekte (een rubberen zwarte zak waarin de inhoud opwarmt door de zon). Wijzelf hebben nog geen uitgebreid bad gehad, aangezien de golven te groot zijn, voor een lekkere duik.

Chris hoeft zich ondertussen niet vervelen. Een paar dagen geleden had hij al het idee dat er zomaar stroom weglekte, waardoor de accu's steeds bijna plat waren. Een ongewenste activiteit, want zonder stroom hebben we geen koelkast, marifoon, gps, windmeter, plotter, laptop, dvd en licht. Gister was ook de startaccu van de motor leeg getrokken, waardoor we niet eens meer extra stroom konden laden. Door de accu aan te sluiten op de zonnepanelen, heeft hij dit tijdelijk verholpen, maar de komende dagen is hij nog wel zoet. Best een uitdaging op een continu bewegend schip. En zo varen we verder, met vliegende vissen aan dek, vers gebakken brood en met moeite gebakken pannenkoeken en warme happen. Op naar de volgende 1400 mijl …
Dikke kussen van de voltallige bemanning van de Jan van Gent

dinsdag 11 december 2012

Tien vragen aan ome Max

'Het is toch wel een heel eind naar Suriname'

Atlanticche Oceaan - Brandstof en waterflessen halen, grote afwassen weg werken, koude douches nemen en kinderen vermaken. Niks lijkt ome Marcel te veel. Een krappe week geleden monsterde hij aan in Kaapverdië voor het versterken van de bemanning van de Jan van Gent tijdens hun oversteek naar Suriname. Maar wat vindt ome Max er nu echt van? Een openhartig gesprek met de kersverse opstapper.

1. Hoe bevalt je 'verblijf' tot nu toe?
"Op zich wel goed."

2. Verklaar je nader …
"Ondanks het feit dat ik altijd moet in slingeren op zee, vallen de omstandigheden me eigenlijk heel erg mee. Er is volop zon, er zijn geen regenbuien en erg heftig zeilen is het niet. Een nadeel is dat de boot erg slingert en daar moet ik erg aan wennen. Ik ben niet zeeziek, want ik heb een zeeziektepleister achter mijn oor, maar ik voel me ook niet op en top. Ik zal wel in een ritme moeten komen. Daarentegen heb ik het wel naar mijn zin."

3. Waarom wilde je de oversteek over de oceaan zo graag meemaken?
"Het heeft meerdere redenen. Een van de belangrijkste is dat dit iets heel unieks is dat maar heel weinig mensen mogen meemaken. Ik ben van kleins af aan geïnfecteerd door mijn vader en het zeilen van en naar een onbekend tropisch oord, klinkt ultiem in zeilersoren. Als die kans zich dan voordoet, zeg je geen nee. Een andere reden is dat ik het bijzonder vind om dit met mijn familie te mogen doen en ik ze ook kan steunen, zowel in de wachten als op andere vlakken. Bovendien moet ik jullie anders heel lang missen."

4. Is de tocht wat je ervan verwachtte?
"Het meeste wel. Tot op heden vond ik het geen moment spannend of eng. Het kost alleen veel energie. Wat meevalt is dat je niet zo vaak de zeilen hoeft te wisselen en de zon niet zo heet is als op de Kaapverden. Daardoor kun je dit goed uithouden. Wat ik echter niet verwachtte, is dat de kinderen zoveel aandacht zouden vragen. Ik hoopte dat ze zich een hele ochtend in de punt konden bezighouden, maar dat is niet zo. Je merkt dat ze eerder huilen dan normaal en tijdens het eten loopt het ook niet altijd even soepel. Aan de andere kant houden ze zich wel goed op een slingerende boot. Het is ook leuk hoe ze reageren op de oceaan en alles eromheen. Dus eigenlijk wisselen leuke en mooie momenten zich af met intensieve."

5. Wat zijn je hoogtepunten tot nu toe?
"Het is heel leuk als je een vis vangt, zoals vandaag een goud dorade, en hem vervolgens zelf opeet. Ook is het fijn als je lekker met zes knopen per uur zeilt, in plaats van minder, zoals de eerste anderhalve dag. Verder natuurlijk de vliegende vissen en de mooie kleuren van de zee, de zon en de sterren."

6. Hoe waren je eerste twee wachten? Gister vond je hem 'eitje'.
"Natuurlijk ben je wel extra alert en moet je inkomen. Je komt weinig scheepvaart tegen. Op mijn eerste wacht waren het in totaal 3 zeilboten. Op het apparaatje naast het stuur (plotter, red.) zie je dan een botsing, maar uiteindelijk passeerden we op twee mijl afstand. Dat gaat dus gewoon goed. Je zit wel in je eentje en wordt op een gegeven moment wat moe. Maar de temperatuur is lekker en het is meestal helder. We hebben een keer tijdens mijn wacht zeilen gewisseld. Dat is even aanpoten, maar als dat is gedaan, geeft dat een goed gevoel."

7. Je bent op twee Kaapverdische eilanden geweest, Sal en Sao Vincente. Wat vond je van daarvan?
"Bijzonder, vooral erg kleurrijk. Dan bedoel ik de mensen zelf, maar ook hoe ze met je omgaan. Het is dan wel een arm land, maar dat zie je niet terug in hun karakters. Ze zijn vrijgevig, eerlijk en gastvrij. En ik had niet verwacht dat het zo Afrikaans zou zijn. Je zag het aan de marktjes, de grote manden met bananen die de vrouwen op hun hoofd droegen en de kleding. Prachtig. Ik heb me ook geen moment onveilig gevoeld."

8. Wat was een eyeopener?
"Je denkt dat je alle tijd hebt op een schip en alles kunt doen op het moment dat jij het wilt. Maar dat is niet zo. Bij het vertrek vanaf Sao Vincente was er de laatste de twee dagen toch wat stres aan boord, iets dat je hier niet zou verwachten. Je zag het bij alle vertrekkende boten trouwens. Je zit toch aan een tijdschema vast en probeert iets te regelen met kinderen om je heen."

9. Wat hoop je onderweg nog te zien of mee te maken?
"Natuurlijk hoop ik in Suriname aan te komen, bij voorkeur enigszins op tijd. Verder zou ik wat dolfijnen of andere zeewezens willen zien. En een duik in oceaan als de wind weg is en we stil liggen. Maar de vraag is of dat laatste echt leuk is voor de duur van de reis zelf."

10. Heb je nog nabranders?
"Ik vind dat het nog een heel eind is naar Suriname. Als je dan op de derde dag ziet waar je pas bent, dan is het nog erg ver. Maar we houden de moed erin. Aan de andere kant geeft dit ook wel een kick. Het leukste is als je aankomt en denkt, yes, dit heb ik gedaan. Dat de reis zo lang is, maakt de voldoening waarschijnlijk des te groter."

maandag 10 december 2012

Oceaanoversteek: daar gaan we

Oceaanoversteek, dag 1

Pfft, wat een warmte. Het is 04.00 uur 's nachts en Chris maakt me wakker voor mijn eerste wacht op onze oceaanoversteek naar Suriname. Voor het eerst sinds maanden doe ik 's nachts niet mijn capuchontrui aan, maar een luchtige variant. Mijn spijkerbroek verruil ik voor een driekwartbroek. Bijna 24 binnen en 22 graden buiten, zegt de barometer. Dat is twee graden verschil met de oversteek naar de Kaapverden, maar genoeg voor een kledingwissel.

Schijnfaciliteiten
We zijn zondag rond 15.00 uur vertrokken vanuit het Kaapverdiaanse Mindelo voor de 'grote' oceaanoversteek. De afgelopen dagen hebben we onze ogen uitgekeken in deze ik geloof grootste Kaapverdiaanse stad en de boot zo goed mogelijk bevoorraad met vers en water. Anders dan Sal waar we hiervoor lagen, heeft het een heuse jachthaven met Westerse prijzen (25 euro per nacht), maar ook faciliteiten. Zo is er walstroom (elektriciteit) en meestal zoet water op de steiger verkrijgbaar. En er zijn douches. Dat dit vooral schijnfaciliteiten zijn, ontdekken we eigenlijk al op dag Ć©Ć©n.

Opgewekt toog ik met de kinderen richting de douches om dat zout eens grondig van ons af te spoelen. Kleertjes uit, kindertjes in de douche, pas erin en warme kraan aan. Koud. Huh? Misschien zijn de koude en de warme kraan gewisseld, probeer ik nog. Niks. De douche is gewoon hartstikke koud. Shit, shit, shittterdeshit, shit, shit. Dat is al de derde koude douche op rij. Voor mij niet zo erg, maar ik ga de kinderen hier niet nog eens onder zetten. De lokale dame die douche schoonmaakt, blikt op de kinderen en dan op mij. 'Zijn ze altijd koud?', vraag ik in het Engels. Ze knikt en lacht schaapachtig terwijl ze naar de blote lijfjes kijkt. Ze lijkt heel goed te snappen dat ik de kinderen hier niet onder zet.

Geen water
Eenmaal op de boot vul ik twee grote plastic tobbes met warm gekookt zoet water en zet de kinderen daar maar in. Water is er nu toch genoeg. Ze laten zich in de bakken glijden en badderen tot ze gerimpeld zijn. Maar dat er niet echt genoeg water is, blijkt op de dag voor vertrek. Wanneer wij de watertank van de boot willen vullen, doen de kranen op de steiger het niet. Ook in de douches is vandaag niks verkrijgbaar. De tankwagens, die blijkbaar iedere dag het water bijvullen, zijn niet geweest. De Cedonully (ik schrijf de naam vast verkeerd), een Nederlands schip dat vandaag aan haar oversteek wilde beginnen, moet haar vertrek uitstellen tot er weer water is. En dan blijk je toch ineens in een derdewereldland te zijn.

Naast dit schip, zijn wij niet de enigen die naar de andere kant van de oceaan willen oversteken. De steigers en de baai liggen er vol mee. Het is geweldig om te zien. Op dit Kaapverdiaanse eiland kom je immers alleen met een schip, wanneer je een lange afstand over water hebt overbrugd. En een weg terug is er eigenlijk niet meer. Vanaf hier waaien en winden en stromingen voornamelijk naar het zuiden of het zuidwesten, dus naar Afrika, naar Caribisch gebied of Zuid-Amerika. Mocht je echt terug willen, kun je beter het vliegtuig pakken en je schip achterlaten.

Bevoorraden
Het is elke dag bedrijvig op de steiger. Mensen lopen met grote trossen groene bananen, waterflessen en andere boodschappen, alles bedoeld om hun boot zo goed mogelijk klaar te maken voor de minimaal tweeweekse oversteek. Ook wij gaan het stadje in voor wat vers fruit en groenten, eieren en drinkwater. Hoewel Mindelo maar liefst zeventigduizend inwoners heeft, is de variatie wat betreft fruit nogal beperkt. Voor groente puilen echter de groentemarktjes uit. Paprika's, komkommers, flespompoenen,aardappels, uien, wortels. zelfs andijvie en spinazie is voorradig. Voor fruit houdt de keus snel op. Bananen, papaya's, appels, (te) zachte kiwi's en sinaasappels. Dat is het wel zo ongeveer.

Op de dag voor vertrek gaan we met de bemanning van de Sailaway (Suzanne, Thijs en hun drie meiden van 3 tot en met 9 jaar) en Berenice en Finn van de Dixbay naar de kant voor vers inkopen. Het is zaterdag en overal langs de weg zitten lokalen die hun groenwaar hebben uitgestald. Met de kinderen manoeuvreren we ons tussen de mensen door. We houden stil bij de waterkant waar een tiental inwoners vers gevangen vis schoonmaken en de kinderen turen in een rooster, waaronder water loopt. Langs de kant doen groepjes inwoners kaart- en dobbelspelletjes en ook hier blijkt de minderheid een baan te hebben. Op een groentemarktje even verderop slaan we flink in, waarna we kinderen laten uitrennen in een splinternieuwe hardhouten speeltuin, gemaakt van wat balken, een net en wat planken. Succes is echter verzekerd.

Vreemd gevoel
Na een dag vol met laatste reparaties, water en brandstof bunkeren, boodschappen en schip aan kant maken, drinken we met vertrekkende schepen een drankje op de Sailaway. Het voelt vreemd. Eindelijk gaan we doen, waar we al zo lang tegenop zagen, namelijk bijna 1900 mijl varen met alleen water om ons heen, maar echt gespannen lijkt niemand. Het lijkt wel alsof we op de Canarische eilanden al aan de oversteek zijn begonnen en dit gewoon fase 2 is. Wanneer we het grof gebergte Sao Vincente de volgende dag achter ons later, dringt het ook niet helemaal tot ons door.

Tooooeeeet, tooooeeeeet, klinkt het, wanneer de haven uitvaren. Verschillende schepen toeteren ons uit. Het geeft een warm gevoel, alsof ze ons ermee een hart onder de riem steken. Nagenoeg gelijk met ons vertrekken de Barnstormer, een Hallbergrassi 36 met Marieke, Jorg en Nienke (2) aan boord, de Sailaway en ook een Pools schip begint aan de oversteek. De bemanning van de Blue's die we daar ontmoeten en de Dixbay blijven nog even en ook anderen kiezen elk hun eigen goede vertrekmoment. Met aanvankelijk het gereefde grootzeil en fok op, wisselen we door de ruime koers al gauw de zeilen voor onze vertrouwde booster.
Laten we die nou de hele reis zo staan? Vraagt mijn broer Marcel, maar Chris en ik hebben daar allebei een hard hoofd in. En in Marcel's eerste wacht, hoor ik het zeil al meerdere malen inslaan. Wanneer Chris om 00.00 uur de wacht overneemt, is de wind zo ingezakt dat ze het grootzeil en het fok met een spiboom weer hijsen. Maar wanneer ik vier uur later duf mijn bed uitduikel, is de wind gedraaid tot half en stellen we de zeilen weer bij. Tot zover de beloofde constante passaat op deze oversteek… ach, we zien wel wat de komende dagen brengt.

Wachten
Toch is deze tocht daadwerkelijk anders dan degene hiervoor. In plaats van 370 mijl voor de boeg op de Golf van Biskaje en 760 van Gran Canaria naar Sal, geeft de plotter nu aan dat we nog ruim 1800 mijl te gaan hebben. Met 100 mijl per dag zou je hier dus 18 dagen over kunnen doen, maar met de verwachte 15 tot 20 knopen op dit traject en 1 tot 2 knopen stroom cadeau, kun je het in een dag of 14 doen. We moeten maar niet te vaak kijken hoe ver we nog moeten. Marcel draait volledig mee in de wachten en dat is wel heel erg chique, want daardoor kun je in theorie gewoon acht uur slapen per nacht. Voorlopig hebben we een wachtensysteem van vier uur op, acht uur af. Met z'n drieƫn heb je daardoor twee keer per etmaal dezelfde wacht. Ik draai van 4 tot 8 's ochtend en van 16 tot 20 uur 's middags. Daarna ga ik slapen. Marcel draait van 20 tot 00 uur 's nachts en van 8 tot 12 uur 's ochtends, de zogenoemde kapiteinswacht. Chris heeft met 00 tot 4 uur s' nachts en 12 tot 16 uur 's middags de hondenwacht te pakken. Hij is de enige die niet aaneengesloten acht uur achter elkaar kan slapen. Maar hoe dit uitpakt, moeten de volgende dagen uitwijzen.

Verder is onze bestemming het Surinaamse Paramaribo, waar we vlak voor kerst hopen te arriveren.

Kerstsferen
De kinderen waren de afgelopen dagen wat onrustig, huilerig en zelfs afgelopen avond volledig afgedraaid. Ze voelen natuurlijk toch onze onbewuste spanning en hebben vaak ook een dag of twee nodig om zich aan te passen aan het nieuwe ritme. Vlak voor vertrek hebben we de boot in kerstsferen gebracht, met wat kerstpoppetjes, slingers en -sterren en een heus 20 centimeter hoog kerstboompjes van plastic. Dat geeft weer wat afleiding voor de jongste bemanning. Na deze lange lap tekst hoop ik deze trip geregeld iets kleinere verhaaltjes te tikken, maar of dat gaat lukken hangt af van de kwaliteit van de verbinding de korte golfradio, waarmee ik de teksten op de website kan plaatsen, maar vooral ook van de algehele situatie aan boord. Schommelende koersen zijn meestal geen goede bodem voor het tikken van verhalen en dan ben je blij wanneer je buiten niet-ziek-zit-te-zijn. Voorlopig is het rustig weer met slechts een lichte deining, een enorme sterrenhemel en een sikkeltje maan. Oftewel, ideaal. Tot zover deel 1 op een boot die misschien nog een uurtje geheel in ruste is.

vrijdag 7 december 2012

Paar fotootjes Sal


Strandje bij de visserhaven en baai waar wij voor anker lagen

Lekker aan elkaars haren plukken bij de kade op de haven

Keuvelen in de straten van Sal
Eerste avond lekker bikken met Berenice en Idris van de Dixbay

Eindeloos spelen met een lokaal jongetje

Booster repareren, zaten kleine scheurtjes in

Water halen

Hele dorp liep uit voor water, er waren continu rijen


Lekker spelen met de bolderkar tijdens het waterhalen


Vissersbootjes verkopen hun gevangen waar, achterop de foto twee flinke tonijnen

Sfeerplaatje van boven

Avond met een gouden randje

‘Vis kopen?’ Mijn broer Marcel, buurman Rob en ik kijken in de emmer die de man omhooghoudt. Er zit van alles in, van doradeachtige vissen met strepen, rode ponen tot een tropisch uitziend rood visje met stippels. Marcel en Rob zijn net koud drie uur geleden aangekomen op het vliegveld van Sal. Allebei stappen ze op voor de oversteek naar de overkant van de oceaan. Max op de Jan van Gent en Rob op de Dixbay, die nog naast ons voor anker ligt in de baai. Ze zijn doodmoe van de reis, maar een blik op de straatjes van het dorpje Palmeira waar we voor anker liggen, slaan ze niet af.

Schaars
Het is ook de moeite waard. De weinige straten herbergen felgekleurde huizen en op verschillende plekken verzamelen zich mensen die daar urenlang met elkaar doorbrengen. Overal zie je moeders met kleine zwarte kindertjes, popperig uitziende jongetjes of kleine meisjes met vlechten en kraaltjes in hun haren. Langs de hoofdstraat en meteen enige straat waarover je in maximaal een half uur naar de andere kant van het eiland rijdt, zit een tiental lokalen die hun waar aan de dag brengen. Dit bestaat vooral uit grote stapels tweedehands kleding en wat fruit en groente.

Dat laatste is hier door de droogte schaars en daarom extreem duur. Niet zo gek als je het eiland overkijkt. Het is vooral een platte droge woestenij met in het midden een gladde kale berg, maar het is overduidelijk dat hier niks of weinig groeit. Het vers dat de dames aanbieden bestaat uit paprika’s, wat tomaten, papaja’s, uien en zoete aardappels en vooral veel bananen, maar wat nu precies van het vastland zelf komt en wat wordt ingevoerd uit vooral BraziliĆ« of buurlanden is onduidelijk. Wel is alles peperduur. Een ei in de winkel die doorgaat als een supermarkt, kost 20 eurocent (200 escuda’s, maar euro’s nemen ze ook aan). Vijf eieren voor een euro dus. Dat is vele malen duurder dan in Nederland.
Water halen

Maar elke kip of koe op dit eiland drinkt water dat met de hand gehaald moet worden. In dit dorp heeft slechts een enkel huis stromend water, de rest van de bevolking haalt het in de zogenoemde fountain centraal in het dorp. In dit als toiletgebouw uitziende bouwseltje, dat op gezette tijden open is, zitten vijf kranen aan de muur waar gedestilleerde drinkwater uit komt. Vooral mannen komen hier met kruiwagens en grote jerrycans, waarin ze het water in meenemen naar huis.

Ook onze drinkwatervoorraad nadert de bodem en met opvouwbare jerrycans varen we met ons rubberbootje naar de kade om vervolgens in het ‘toiletgebouwtje’zo’n tweehonderd meter verderop onze voorraad aan te vullen. Met een dergelijk omslachtige operatie zijn we maar wat blij dat we zo zuinig aan hebben gedaan met ons water. En als we na een uur eenmaal tachtig liter in de watertank hebben gegooid, houden we het even hierbij. Want met de kinderen naar de kant roeien, op de kade klimmen, naar de fountain lopen en water inslaan, terug met de volle jerrycans, die weer in de dinghy en dan naar de honderd meter verder liggende boot varen, is gewoon een hele onderneming. Bovendien hebben we vernomen dat in Sao Vincente, een eiland 120 mijl verder waar we ook nog heen willen, wel water aan de steiger te verkrijgen is. Dan nog maar even zuinig aan doen.

Grote tonijnen
Hoewel overal in het dorp plukjes mensen rondlopen, vindt de grootste bedrijvigheid plaats rond de enige kade in de vissershaven. Dit is de sociale ontmoetingsplek van het dorp bij uitstek. Op de muur boven het strand brengen lokalen uren hun tijd door met zitten, praten of elkaars haren invlechten. Er zit een handvol souvenirwinkeltjes met vooral kettingkjes, armbanden, houtsnijwerk en lokaal gemaakte punch. Bij het enige eet/koffietentje bij de kade staat een voetbalspel, dat veelvuldig gebruikt wordt door kindertjes en in een hoek en steenworp verderop, nemen altijd inwoners de laatste dorproddels door. Althans, dat vermoed ik dan.

Eens of soms een paar maal per dag komen aan dezelfde kade van slechts een paar meter vissersbootjes die hier ter plekke hun vissen schoonmaken en verkopen. Het is een geweldig schouwspel en je kunt voor een paar euro heel veel mooie vis kopen. Het grootste spektakel zijn de meterlange geelvintonijnen die uit de kleine bootjes getakeld worden, alle met vislijnen gevangen. Ongelooflijk, wat een grote beesten, dat die hier in dit water zwemmen.
Verder hangt er een gemoedelijke en gastvrije sfeer. Wanneer we aankomen met onze rubberboot, worden we steevast geholpen met het uitlaten van de kinderen, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Een snottebel van Lara wordt weg geveegd door lokale dames en de tienermeiden ontdoen de kinderen van hun zwemvest. Ooit zoiets gezien in Nederland?

We zijn wel toerist, maar voelen ons absoluut niet zo.
Onderhandelen

Terug naar die man met die emmer. Wanneer je het uitladen van de vis op de kade mist, zijn er altijd nog mensen die hun gevangen waar elders van de hand proberen te doen. Zo ook deze man met zijn emmer. Rob begint onmiddellijk met onderhandelen. We willen voor twee gezinnen vis, aangezien we vanavond Sinterklaasavond op de boten vieren. Acht vissen voor twee euro. De verkoper vindt het te gortig. Het zijn inderdaad mooie en verse vissen en ook ik zou niet zo’n lage prijs durven noemen, maar het spel begint. De man en Rob onderhandelen over een mooie prijs en Marcel en ik houden Hidde, Lara en Finn van de buurboot in de gaten, die samen met kindertjes op een hoop met zwarte vulkaansteentjes aan de rand van de straat spelen. Uiteindelijk wordt de deal gesloten op een zak vol met vis voor vijf euro. Voor ons echt een koopje, maar ook een mooie prijs voor de verkoper.
Eenmaal op de boot aangekomen, is Chris wat minder blij met onze deal. De vissen, een stuk of tien, maar van vier verschillende soorten, moeten nog worden schoongemaakt en dat is een behoorlijke klus. Zeker omdat bij sommige de schubben er nog afgeraspt moeten worden. Maar als we de beesten later op de avond op een cobb, een soort barbecue klaarmaken, is het meer dan moeite waard. We likken werkelijk onze vingers af en we zitten tot laat in de avond in de kuip.

Sinterklaas
En Sinterklaas zijn verjaardag? Die hebben we uitgebreid gevierd. Terwijl de kinderen in de kuip hun avondmaal aten, dreef er ineens een fles met een brief voorbij. Daaruit bleek dat de Pieten de ankerbakken van beide boten hadden volgestopt met cadeautjes. Wie had dat gedacht? De kinderen en papa’s mama’s zijn uitgebreid verwend en het is werkelijk een onvergetelijke avond geworden. Een met een gouden randje. Dus lieve hulpieten en –klazen uit Nederland, wel bedankt. Het was top!

Eergistermiddag hebben we de trossen losgegooid en zijn Mindeloo gevaren op het eiland Sao Vincente. Daar treffen we de laatste voorbereidingen voor de grote oversteek richting Suriname, een tocht die zo'n twee weken in beslag gaat nemen. De tocht behoorlijk hobbelig. Na ons vertrek lagen we vreselijk te schommelen door de ruime koers en de flinke deining. Marcel is meteen voor de leeuwen gegooid en rustig inslingeren is er niet bij. Gelukkig hebben we met wat extra handjes allemaal wat meer de mogelijkheid soms even te liggen. Nu liggen we in Sao Vincente en als het goed is hebben we straks internet en kunnen we nog even skypen. Hasta la vista!

Nieuw volgsysteem Jan van Gent

Zoals de website van Marinetraffic de laatste maanden zo trouw onze positie doorgaf, is dat nu buiten Europa ten einde gekomen. Daarom hebben we nu een nieuwe manier om ons te volgen, namelijk via de website yotreps. Wanneer wij de kortegolfradio gebruiken, verstuurt deze automatische een positieupdate, die op een kaartje verschijnt. Ook onthoudt hij deposities van de afgelopen maand. Hij staat onder hetzelfde tabblad op deze website (janvangentatsea.blogspot.nl).

maandag 3 december 2012

Terugblik op de oversteek

Toch langsgeweest die Sint

Duf feestvarken

Zie je dat jongens: 36 jaar. Een oude en wijze man dus.

Lekker hele dag knuffelen

Sinterklaasdriemaster!!! Op weg naar Kaapverden.

Pietegriet

Prachtige regenboog. Even wat anders dan alleen water.

Douchen onder de plantenspuit

Geimproviseerd passaatzeil

Beet!

Dat voelt lekker zo'n verse vis

Lekker voortgang maken

Onfortuinlijk vliegende visje aan dek


Afwassen in de kuip

zaterdag 1 december 2012

Aangekomen

Zo ben je dagenlang op zee en zo lig je ineens voor anker voor het Kaapverdische Sal, met verschillende Nederlandse boten om je heen. Vannacht rond 23.00 uur naderen we het eiland, met een flinke zee vanachter. In het bijna pikkedonker speuren we naar de aanloop van de baai van Palmeira, die volgens de pilots onverlichte stalen moorings herbergen en twee scheepswrakken. Met een schijnwerper probeer ik de boeien te onderscheiden, als we ineens zelf worden beschenen door een fel licht. Op datzelfde moment klinkt op de marifoon: 'Is dat de Jan van Gent?' Het is de Dixbay, een Nederlands schip dat we al eerder in Spanje en Portugal troffen. Ze zijn die nacht ervoor aangekomen en werden wakker van een zeilbootmotor in de nacht. We vallen elkaar in de armen en ontkurken wat flessen. Tjee, we made it!

Op dit moment spelen Finn, Hidde en Lara op de Dixbay. Ze waren door het dolle heen dat we vanochtend stil lagen. 'Luik open, luik open', riep Hidde maar. Dan komt er weinig van uit/bijslapen. Chris pompt nu de bijboot op. We gaan zo de kant verkennen, inklaren en niet te vergeten, op zoek naar een douche. Het is nog wat bewolkt, maar je kunt nu al zien dat het water glashelder is en prachtig als die koperen ploert erop schijnt. Verderop in de haven ligt een enorme vistrawler op zijn zijkant en het land is vanuit hier te zien kaal en vlak en her en der staan wat gekleurde gebouwen en industrie. Eerst nog een kop koffie en omkleden en dan, op verkenning.

De afgelopen dagen hebben we 776 mijl gevaren, waarvan 724 door het water (op de log). Dat betekent dat we de rest van de mijlen van de heersende stroming cadeau hebben gekregen. In totaal hebben we 14 uur gemoterd. We zijn niet extreem moe, maar wel blij dat we er zijn.
Huidige positie: 16'45 N 22'58 W.