dinsdag 26 februari 2013

Carriacou: op de kant

'Looking for a place to stay?' Onze boot wordt net het water uitgetakeld, wanneer een blank dametje mij aanschiet op het naastgelegen strandje waar de kinderen spelen. 'Uhh maybe', stamel ik, overvallen door haar vraag. '500 EC per week', zegt ze. Ik reken snel om, dat is ongeveer 125 euro. Ze wenkt me en ik roep naar Chris dat ik even met de kinderen naar een accommodatie ga kijken. We lopen van het strandje door het groen achter de marina. Zo'n vijftig meter verder gaan we een hekje door naar huis met tuin, waarboven ze een appartement heeft.

Boot in de slings in Tyrrelbay in Carriacou
Terwijl de boot uit het water getakeld wordt, spelen de kinderen op ernaast gelegen strandje

Verkocht
Afwachtend volg ik haar de steile trap op naar een groot terras. Daar verschijnt een lichte ruimte met keuken, twee slaapkamers, een badkamer en uitzicht op prachtige palm- en andere tropische bomen, waartussen de zee schittert. Op de achtergrond hoor ik de golven over het koraalrif bij Tyrrelbay rollen. Ik knipper twee keer met mijn ogen en ben verkocht. Ook de kinderen razen onmiddellijk door het huisje. Het lijkt wel een geschenk uit de hemel.

Ik vroeg me namelijk al een beetje af hoe we het moesten doen, met twee kinderen en een boot op de kant. Elke plas op onze onderwaterwc - niet bruikbaar doordat hij droog staat - betekent de steile trap van de boot af naar het toiletgebouw. Voor ons niet zo'n ramp, maar voor de kinderen niet haalbaar. Daar komt bij dat ik het nooit zo'n prettig idee vind om te slapen en te leven op een schip dat slechts overeind wordt gehouden door een stel stutten.

Oud-zeilers
We doen het, en er valt een last van me af. Wat een luxe. De eigenaresse, een Franse dame van middelbare leeftijd, blijkt een oud-zeilster te zijn. Met haar gezin zeilde ze 27 jaar in de Carieb. Sinds 5 jaar wonen ze hier in Carriacou aan land, waar haar man zijn brood verdient op zijn eigen drijvende metaalwerkplaats in de baai.

Terwijl de kinderen en ik een ontzoutende douche nemen, gaat Chris onmiddellijk aan de slag met de scheur onder boot. Hij slijpt en freest de plek open, totdat het eruit ziet als een soort incisie. Zo kan het even drogen, alvorens hij het de komende dagen dichtmaakt met polyester. Maar er blijkt nog meer werk te zijn. Ook in het roerblad zitten scheurtjes, die verholpen moeten worden. Dan nog wat antifouling eroverheen, en dan hoeft het schip er hopelijk de komende 5 jaar niet meer uit.

Romp: uitgeslepen en gefreest. Het lijkt wel een keizersnede.
Chris in zijn nieuwe optrekje op steenworp van de boot
Top
Voorlopig zitten we hier even goed. Ik struin met de kinderen de prachtige strandjes af en het - naar het schijnt - leuke Caribische Hillsborough, terwijl Chris ongestoord kan klussen. Goed geregeld!

De kneuterige werf met op de achtergrond het prachtige Tyrrelbay
Tijdelijke plek naast prachtige oceaanzeilers
Sfeerplaatje
Vlak voordat we St. George in Grenada verlieten, kwam deze grote jongen aan. De Royal Klipper met 5 masten.
 
Nog voor anker bij St. George Grenada

woensdag 20 februari 2013

Van Tobago naar Trinidad en Grenada

Zoete avonden in de kuip of nog gloeiend van de zon en het zout vroeg het bed in. Toegeven, dan heb je weinig zin om nog een stukje voor een weblog te schrijven. Zo is het gegaan. Twee keer gepoogd, twee keer jammerlijk gefaald en dan ben je ineens twee eilanden verder. Er is veel gebeurd sinds ik voor het laatst heb geschreven. De highlight:

Scheur
Het prachtige heldere water ontrafelt niet alleen de geheimen van de gevarieerde onderwaterwereld, ook de onderkant van de boot kan ineens uitgebreid worden bekeken. Wanneer Chris dit zo'n twee weken geleden doet, komt hij happend naar adem weer boven. Vlak voor de kiel ter hoogte van de mastvoet, zit een scheur in de romp van ongeveer 20 centimeter lang en 2 mm diep. Op welk moment die is ontstaan, weten we niet, maar één ding is zeker: de boot moet er wéér uit en dat is een streep door de rekening.    

Scheur in de romp
Susan ...
... is sinds een week boord. We hebben haar opgepikt in Trinidad, een heel andere ervaring dan Tobago. Anders dan zijn tropische broertje - Trinidad en Tobago vormen een staat, maar liggen 50 mijl uit elkaar - doet het eiland wat denken aan Spanje. Groen, bebost en bergachtig. Het water is helder, maar niet zo adembenemend blauw als Tobago en het eilandleven is een stuk dynamischer. Chagurama's, een baai waar we enkele dagen hebben doorgebracht, is de place to be voor reparaties aan je schip of vertoeven in een van de marina's.
Rondom de baai bevinden zich minstens drie grote scheepswerven, waar je je kunt verlekkeren aan de meest grote en fantastische schepen op de kant. Sommige hebben actieve baasjes, andere lijken reeds jarenlang verlaten door hun (oud)eigenaren. In de baai zelf liggen enkele tientallen schepen voor anker. Variërend van moderne zeilboten, onbewoonbaar lijkende roestbakken tot een bezoekende tallships, zoals in ons geval de Alexander von Humboldt.
Zelf vis (barracuda, mjum!) vangen en opeten, done that. Dolfijnen om de boot, seen it.

Nagels lakken met tante Susie
Fast Fred
En niet alleen de omgeving is dynamisch, ook vertoeven hier kleurrijke figuren. Zoals Fast Fred van het zeilschip Liberty. Deze voormalig kustwachter wijdt zijn 'oude' dag aan het voorzien van nieuwkomers in de baai van praktische informatie over de mogelijkheden in de baai en Trinidad zelf. Terwijl wij aanleggen aan douanemeldsteiger, vaart hij met grote snelheid in zijn dinghy op ons af. 'Welcome, you are new here. Ik heb al gehoord van de Sark dat jullie het water uit moeten voor reparatie', babbelt hij in het Engels verder. 'Jullie zijn onder de 12 ton zwaar, dus dat kan bij de Sailing Association , hier een baai verder. Ze zijn kindvriendelijk en goedkoop.' 'Mooi', roept Chris terug, terwijl hij de boot vastlegt. 'Daar houden wij Hollanders van.' 'I know', reageert de Amerikaan.'Ik heb Hollandse voorouders, aangezien ik uit New Amsterdam kom. I've got deep pockets but short arms', glimlacht hij. De toon is gezet. Wat een figuur.
Ook vertelt hij over ankeren in de baai. Dat we een aantal dingen moeten weten: er ligt oude munitie en wrakken in de baai, dus waar niemand ankert, heeft meestal een reden. Ook gebeuren er nogal eens ongelukken, waarbij boten tegen een ander aanvaren en dat niet melden. Ankeren klinkt ineens niet meer zo aantrekkelijk en we vinden een plekje naast de Sark aan de steiger van de Tropical Marina. Met 11 euro per nacht een prima prijsje, waar drinkwater en een douche (wederom koud, maar ach, dat zijn we inmiddels wel gewend) bij zijn inbegrepen.

Tijdens ankeren in Trinidad werden we keer op keer uitgenodigd mee te eten met een familie en nauwe vrienden. Daarna met zn allen bij ons aan boord: 'wat klein, hoe kunnen jullie zo leven?'
Gloeiende marifoon
Een ander befaamd figuur is hier Jesse, in de volksmond genoemd Jesse James. Dit is de regelneef uit de baai. Vanuit zijn kleine kantoortje in de Tropical Marina regelt hij alles wat mensen nodig hebben, taxi's, uitstapjes naar een soort Macro waarvan hij een kaart heeft, reisjes rond het eiland en tickets voor de carnaval. Zaterdagochtend, het laatst mogelijke moment, schuif ik bij hem aan om nog vervoer te regelen naar hoofdstad Port of Spain voor het tweede Carnaval in de wereld, dat de dinsdag erop plaatsvindt. Hij is druk in de weer met zijn marifoonkanaal. 'Members only, members only, here Jesse James.'Ah Jesse, here the Pinguin, about the Carnaval cards ... can we switch them from blablablabla'. En dit gaat maar door. Elke keer als er iemand is geweest op de marifoon (of telefoon, die ook blijft rinkelen), komt er weer iemand anders tussendoor. En ik zit daar maar, helemaal alleen tegenover hem in dat kantoor. Aan de muur hangen allerlei soorten oorkondes met de tekst: 'appreciation for Jesse James'. Hij heeft blijkbaar zijn reputatie hoog te houden en kan tegelijkertijd wat maken. Wanneer ik uiteindelijk aan de beurt ben, kan ik nog vijf tickets naar de carnaval regelen. Wat een type, snel wegwezen hier.
     
En dan die marifoon. Elke ochtend trilt kanaal 68 van de conversaties tussen boten. Er wordt geruild, tips uitgewisseld en vragen gesteld. Erg Amerikaans, maar ook weer ontzettend grappig om te horen. Soms vinden er hele conversaties plaats over iets dat er gestolen is of een andere irritatie en dit kun je rustig meeluisteren. Naast veel buitenlanders, liggen er ook veel Nederlandse schepen die we al eerder troffen hier. Eigenlijk hebben de meesten wel een reparatie uit te voeren, in het water of op de kant. Aan de kiel, de romp, het dek, de motor, de koelkast, het zeil. Zeilen op de oceaan blijkt extreme sport en dat betekent extra veel aandacht aan je schip en tevens huis.
Carnaval
Dinsdag togen we naar het Carnaval. Oordopjes en watjes mee, grote flessen drinken,wat hapjes en natuurlijk de kinderwagen. Die oordopjes hadden we wel thuis kunnen laten, Lara weigert ze in te doen en ook Hidde is er niet van gecharmeerd. Jammer, want ik vrees dat de kinderoortjes tijdelijk wat schade hebben opgelopen. Wat een herrie, ongelooflijk. Caribische muziek leek me altijd iets idyllisch, muzikaals, maar niet tijdens Carnaval. Een keiharde beat klinkt in de grote muziekwagens die elke groep vergezellen. Zoals ze in Brabant zoveel mogelijk aan hebben, beperkt de kleding zich hier tot glimmende sjerpen, met  plastic edelstenen bezette bikini's en hoofdtooien. Sommigen liepen op grote stelten met lange gewaden, anderen met prachtige doeken aan hun armen als vlinders. Maar een stoet die aan een stuk doorgaat, is het niet. Dan weer een groepje daar en dan weer daar. En lang niet iedereen swingt. Sommigen sjokken door de warmte voort, anderen dansen wel mee op de tonen. Naarmate de dag vordert en de drank rijkelijk vloeit, komen de heupen los en zien we schuddende billen. Swingende feestgangers in prachtige kledij. Best een bijzondere dag zo.

Hidde draagt afgedankte carnavalkleding met veel flair. 
Knappe steltlopers
Jaaa, wij Hollanders dansen wel ;)

Zootje apen die ook in de optocht liepen. Ze zijnn hooglijk verbaasd over de blauwe ogen van de kinderen. 'Kijk nou', werd er geroepen en gewezen.
Lieve Elsa en Jaap van de Sark ook in town.


Mam, gaan we morgen weer naar Carnaval?
 
Grenada
De volgende dag varen we naar Grenada, een afstand van 70 mijl aan de wind. Susan weet nu ook wat zeeziekte is. Zo dapper als ze begint met het meedraaien in een nachtelijke wacht, zo snel duikt ze 's nachts in haar bedje om de misselijkheid te laten zakken. Maar Grenada is het waard. In Prickly Bay laten we ons anker zakken, voor een prachtig strand met palmbomen, amandelbomen en bomen met zeedruiven. Wel is de baai gevuld met grote Amerikaansachtige huizen, resorts en tientallen voor anker liggen de schepen. Blijkbaar zijn wij niet de enigen die dit mooi vinden.

Tijdens een rondrit over het eiland bezoeken we een nootmuskaatfabriek. Grenada, genaamd het eiland van de kruiden, is de tweede leverancier ter wereld op dit gebied. 


Zwemmen in een van de vele watervallen. Werkelijk heerlijk en eindelijk zoet water!!!
Op dit moment liggen we in St. George, de hoofdstad van Grenada. We komen precies tijdens de verkiezingen, die gister plaatshadden. De Groenen tegen de Gelen. De stad dreunt van de Caribische tonen, mensen zoemen in groene of gele shirtjes (een enkeling in een rode, een van de vier kleinere partijen die eigenlijk niet meetellen). En wie gestemd heeft, is te herkennen aan de zwarte vinger, waarmee is gestempeld. Hoe anders weer dan in Nederland. De overwinning van de Groenen (de Gelen waren de afgelopen vijf jaar aan de macht) - die meer werk beloven - is weer uitbundig gevierd met veel te harde boemmuziek op de kade. Een bijzondere ervaring. Zo kan het ook VVD, PvdA en CDA ... een beetje meer schwung.
Uit het water
Na twee nachtjes hier, gaan we straks richting de werf (mogelijk op Carriacou) waar we eruit gaan voor reparatie. Door contact met de ontwerper Dick Zaal weten we inmiddels dat de scheur in de romp niks ernstigs is, maar vooral iets cosmetisch. Hij schrijft erover op zijn technische weblog op  www.dickzaalyachtdesign.nl. Maar ja, wat wil van een schip dat ruim 30 jaar oud is.  Susan is voor een nachtje en eiland verderop met een ferry en sluit morgen weer aan.
 
Ik zou nog wel even door kunnen typen, over de opmerkelijke manier waarop de inwoners tegen hun eiland aankijken, onze rondreis die we hebben gemaakt, hoe de kinderen genieten van zee en strand, dat Lara zindelijk begint te worden, dat we weer een dag dokter hadden omdat Hiddes buik nog niet helemaal goed is, lekker eten bij lokalen op Trindad, maar het verhaal is al veel langer geworden dan de bedoeling. Ik hoop snel weer wat te laten horen en de foto's volgen hopelijk vandaag. Veel liefs!


Sfeerplaatje

maandag 4 februari 2013

Caribisch gevoel

Kinderen bestormen een strandje met op de achtergrond onze boot
Wuivende palmbomen, uitgestrekte zandstranden, diepblauw water in verschillende tinten en een verfrissende bries die de ergste warmte voor even verdrijft. Elke dag zwemmen rond de boot (liefst deels ontkleed) en op de nabijgelegen strandjes (geheel gekleed). Uitzicht op een koraalrif, waar prachtige blauwe golven overheen suizen, pelikanen die verlaten bootjes bevolken en een typisch Caribisch barretje aan het strand waar wij landen met onze Dinghy. Ik maak het echt niet mooier, het ìs hier gewoon net een droom.

Ons uitzicht in Storebay links van ons. Het is een koraalrif omgeven door een prachtig palmbos.

Ondanks alle vorzorgsmaatregelen van de eigenaar (wapperende bekertje enzo), bestormt elke dag een kolonie pelikanen het bootje voor ons.
Tjongejonge, wat is Tobago een heerlijke plek om met je zeilboot te zijn en wat zijn wij een enorme bofkonten.



Bofkonten. In het midden onze boot.
Wennen

Vier dagen geleden kwamen we hier ’s avonds laat aan, na ruim drie dagen en nachten zeilen. Het was echt weer even wennen, na bijna een maand vaste wal onder de voeten. Maar na een moeizaam begin, was het ook weer heerlijk op volle zee te zijn. Anders dan tijdens de grote oversteek hadden we nu de wind van zij of van voren. Hierdoor lag het schip wel onder helling, maar rolde niet continu van haar ene naar haar andere flank. En dat betekent een wereld van verschil aan boord. Met een constante bries van 15 tot 23 knopen schoten we vooruit, nog extra geholpen door 1 tot 1,5 knoop stroom mee. Hierdoor haalden we een gemiddelde snelheid van 5,5 knoop met een uitschieter van 160 mijl per etmaal (waar wij normaal gemiddeld 120 mijl varen). Voor de leek een oninteressant gegeven, maar voor ons heel bijzonder. Bovendien verkort zoiets je reis aanzienlijk … (heel vervelend).

Chippies eten tijdens oversteek
Vers gevangen tonijntje gaat er ook wel in bij onze boordkabouter
En daar gingen we ons Caribische avontuur tegemoet. Met gezegd een geweldig decor, een zalige ambiance en een heerlijk tempo. Tenzij je dus iets gedaan wilt krijgen, zoals inklaren bijvoorbeeld.

Caribisch tempo

Omdat het Caribisch gebied uit tal van oud-koloniën bestaan, word je geacht op elk (groot) eiland in te klaren. Dit betekent zoveel als alle gegevens van je schip, thuishaven, (ex)bemanning, vorige havens, drank, tabak, vuurpijlen en eigenlijk ook fruit en groente, aan te geven bij de immigratie en de douane. Dit alles in viervoud en eigenlijk direct na aankomst. Aangezien wij om 23.00 uur ’s avonds arriveerden, hebben we dit maar een paar uurtjes uitgesteld tot de volgende dag. Maar, werd ons al door anderen op het hart gedrukt, doe dit wel binnen 24 uur, want de boetes die je kunt krijgen zijn aanzienlijk. Voor ons betekende dit inklaren in het weekend, waarbij er altijd wel iemand aanwezig is of behoort te zijn, maar alles nog net iets trager gaat dan normaal.
Nadat een taxi ons bij een gesloten ministerie van immigratie af had gezet, begon onze martelgang naar het inklaren. Ik zal het kort houden: het kwam  neer op een keer of vijf op en neer lopen tussen het douanekantoor (dat vermeldde: Open, back in 5 – caribische 5 minuten zo bleek) en de immigratieofficier bij de ferryterminal waarop het kantoor vermeldde (bel: …).  En daar tussen heel veel wachten. Caribisch tempo moet je leren … en vooral aanvaarden.

Tenenkrommend
Eenzelfde grapje vandaag bij de medische dienst. Vooral Hidde maar ook Lara hebben al enige tijd last van buikloop. Hidde inmiddels een week of 4, iets te lang naar mijn idee. Nadat Chris vanochtend drie keer naar de kant was gevaren om de dokter te bellen (vanaf 8.00 uur), bleek die uiteindelijk geen dienst te hebben. Dan maar richting de medische dienst. Deze op zich keurig uitziende hulppost midden in een woonwijk tien minuten rijden hier vandaan, is voor iedereen gratis (!) toegankelijk. Een prachtig gegeven natuurlijk, al hadden onze alarmbellen moeten gaan rinkelen toen we mensen zagen slapen en met puzzelboekjes en spelcomputers zagen zitten.

Om 10.00 uur zaten we er en om 15:00 werden we geholpen. Het was vreselijk, niet te zeggen afgrijselijk en tenenkrommend. Maar niemand die ook maar zuchtte, piepte of steunde. Alleen wij en onze twee (op zich keurig gedragende) kinderen. Hun rollen over de vloer gaf meestal wat leven in de brouwerij en we hoopten – tevergeefs – dat dit het proces zou versnellen. Waarom alles zo lang duurde, ontdekten we om 15:00 uur. De enige (!) maar alleraardigste dokter ging grondig te werk en liet zich niet haasten. Om 15:50 uur verlieten wij zijn spreekkamer met een kuur voor Hidde en een doorverwijzing voor wat verder onderzoek om eventueel tropisch bacteriën dan wel ander gespuis uit te sluiten (op aandringen van ons, hijzelf zag niet echt noodzaak).

Extra bemanning

Tjongejongejongejonge. Een duik op het strand spoelde de ergernissen weg.

Chris wipt even aan bij de buurman van de A Capella
Hidde geniet met volle teugen. Die kun je wakker maken voor zwemmen en strand ...

De komende dagen gaan we vooral genieten, wat klusjes klaren en hopelijk weer genieten. Daarna varen we naar Trinidad waar 9 februari Susan aanmonstert, als tijdelijke Caribische bemanning.  En hopelijk pikken we nog wat van dat – naar het schijnt – geweldige carnaval mee. Kiss kiss.

Geen commentaar