zaterdag 13 juli 2013

Engelse Poole: rond

We zijn rond. Drie dagen terug voeren we het Engelse Poole binnen, waarvandaan we vorig jaar naar het Franse Cherbourg vertrokken. Toen was het onze eerste keer in het prachtige natuurgebied in Zuid-Engeland, nu is het – min of meer - bekend terrein. Net als vorig jaar bellen we bellen Peer en Nathalie, familie, en spreken af. Vorige keer bij hun thuis, deze keer bij ons op de boot. Het voelt zowel vreemd als heerlijk hier weer te zijn. Destijds stonden we aan het begin van onze reis en nu aan het einde. Thuis, hoe zal het weer zijn? Gaan we dit missen of zijn we blij dat we straks weer vaste grond onder onze voeten hebben?

Versleten
De middag voordat Peer en Nathalie met hun kinderen Leo en Frances aan boord komen, verbazen we ons in de winkelstraten van Poole. Wat een zaligheid, is onze eerste reactie, je kunt hier werkelijk alles krijgen. Enigszins hebberig struinen we de winkeltjes af. Een overvloed aan speelgoed, keukenspullen, kleding … je kunt het zo gek niet bedenken, of het is hier te koop. En vaak ook voor een appel en een ei. Heerlijk, want veel van onze kleding is versleten, verschoten of gevuld met gaten. Beddengoed is verteerd en schoenen afgetrapt. We zijn toe aan wat nieuws.

‘Ga jij de stad maar even in, dan ga ik met de kinderen naar de speeltuin’, zegt Chris nobel. Ik duik een promenade in. Mensen zoemen in en uit winkels, hun armen gevuld met tassen. Met hun dikke lijven duwen ze vet in hun monden. Toffees, scones, fish and chips … Wat een overvloed. Ik duik de Primark in, een betaalbare winkel waar ze leuke kinderkleding hebben. Ik laat de kleding door mijn handen glijden. Shirtjes voor 1,50 pond, broekjes voor 5 pond. Geen topkwaliteit, maar toch. Ik kijk nog eens naar al die mensen die maar bunkeren en kopen. Ze kijken verstoord als ik hun weg kruis. Na de Marks&Spencer weet ik het zeker. Ik ben hier gewoon nog niet aan toe, eigenlijk wil ik gewoon terug naar de boot.

Gekte
Maar ik moet nog even langs de supermarkt en dit is mijn kans, zonder kinderen. Ik beweeg me naar de Saintsbury’s , een overweldigend grote winkel, waar ze naast eten ook allerhande andere zaken verkopen. Brood, ik moet brood hebben. Ik been van de ene kant naar de andere en weer terug om kaas en yoghurt te halen. Dan passeer ik het pad met cornflakes en cruesli. Joepie, eindelijk  weer cruesli! Ik staar naar de pakken, die zich uitstrekken over beide kanten van het gangpad. Er moeten gewoon meer dan 60 verschillende soorten ontbijtgranen staan, van driedubbelgedraaide varianten tot honing chocolade vlokken en ik wil alleen maar naturel cruesli. Wat een overvloed, wat een gekte. Snel reken ik af. Chris grijpt zijn kans wanneer ik met bijna lege handen terugkom, maar ook hij komt – veel eerder dan ik dacht - onverrichter zaken terug. We zijn allebei overdonderd over de enorme welvaart die we hier aantreffen en na een douche in de haven, leggen we de boot voor anker voor een eilandje.
‘Mensen kunnen soms echt stennis maken wanneer hun soort brood er een moment niet ligt’, beaamt Peer even later. Hij werkt in de Marks&Spencer en maakt geregeld buitensporige taferelen mee. ‘En dat terwijl er dan nog tientallen andere soorten liggen.’ Wij zijn toch meer weggeweest dan we denken. Na een heerlijke middag en avond met Peer en Nathalie, komen twee dagen later Anne, Pam, kleine Finn en Yvonne bij ons aan boord. Een jaar geleden gingen wij naar hun huis in London, nu komen zij naar het onze. Het is een zonovergoten dag en we genieten van elkaar en de rust op een eilandje. Wat ben je enerzijds lang weggeweest, maar anderzijds toch weer niet. Het lijkt wel gisteren dat we elkaar, alleen zijn de kinderen een flink stuk groter geworden. Nagenietend zitten Chris en ik die avond in de kuip. Dit was het dan wel zo’n beetje, het is bijna voorbij.  
Ervaring
Chris kan het nog niet helemaal loslaten, maar ik stiekem wel. Ik ben wel toe aan thuis. Geen lange zeereizen meer, geen gesjouw in rubberbootjes, met de kinderen naar vreemde douches, met zakken was naar een wasmachine en droger waarvan je hoopt dat er een vrij is. Niet meer op zoek naar supermarkten, spullen om de boot te repareren, wachten op het goede weer om door te gaan. Wat een genot. Aan de andere kant worden we niet meer wakker van klotsend water, ontbijten we niet meer met de zon in ons gezicht, zien we niet steeds weer andere landen en landschappen, ontmoeten we niet meer zoveel nieuwe en bijzondere mensen, eten geen zelfgevangen vis meer en laten een stukje vrijheid varen … Erg? Weet niet. Ik weet wel dat dit een levensveranderende ervaring is geweest, voor mij, voor Chris, voor ons als gezin en voor ons als partners. En ik ben blij dat we het hebben gedaan.

Nu nog even die laatste 250 mijlen naar huis. En, ach wat de zon schijnt, dan is het overal genieten!! Tot (misschien wel heel) snel.

1 opmerking:

  1. Bedankt voor je prachtige verhalen. We hebben ervan genoten. Knap dat jullie dit gedaan hebben en dat met twee kleine kinderen. Geniet van de laatste 250 mijlen en een fijne thuiskomst. Jullie kunnen hier mooi op terug kijken en nooit vergeten. Groeten van Erna Kolstee-Wildenbeest

    BeantwoordenVerwijderen