maandag 10 december 2012

Oceaanoversteek: daar gaan we

Oceaanoversteek, dag 1

Pfft, wat een warmte. Het is 04.00 uur 's nachts en Chris maakt me wakker voor mijn eerste wacht op onze oceaanoversteek naar Suriname. Voor het eerst sinds maanden doe ik 's nachts niet mijn capuchontrui aan, maar een luchtige variant. Mijn spijkerbroek verruil ik voor een driekwartbroek. Bijna 24 binnen en 22 graden buiten, zegt de barometer. Dat is twee graden verschil met de oversteek naar de Kaapverden, maar genoeg voor een kledingwissel.

Schijnfaciliteiten
We zijn zondag rond 15.00 uur vertrokken vanuit het Kaapverdiaanse Mindelo voor de 'grote' oceaanoversteek. De afgelopen dagen hebben we onze ogen uitgekeken in deze ik geloof grootste Kaapverdiaanse stad en de boot zo goed mogelijk bevoorraad met vers en water. Anders dan Sal waar we hiervoor lagen, heeft het een heuse jachthaven met Westerse prijzen (25 euro per nacht), maar ook faciliteiten. Zo is er walstroom (elektriciteit) en meestal zoet water op de steiger verkrijgbaar. En er zijn douches. Dat dit vooral schijnfaciliteiten zijn, ontdekken we eigenlijk al op dag één.

Opgewekt toog ik met de kinderen richting de douches om dat zout eens grondig van ons af te spoelen. Kleertjes uit, kindertjes in de douche, pas erin en warme kraan aan. Koud. Huh? Misschien zijn de koude en de warme kraan gewisseld, probeer ik nog. Niks. De douche is gewoon hartstikke koud. Shit, shit, shittterdeshit, shit, shit. Dat is al de derde koude douche op rij. Voor mij niet zo erg, maar ik ga de kinderen hier niet nog eens onder zetten. De lokale dame die douche schoonmaakt, blikt op de kinderen en dan op mij. 'Zijn ze altijd koud?', vraag ik in het Engels. Ze knikt en lacht schaapachtig terwijl ze naar de blote lijfjes kijkt. Ze lijkt heel goed te snappen dat ik de kinderen hier niet onder zet.

Geen water
Eenmaal op de boot vul ik twee grote plastic tobbes met warm gekookt zoet water en zet de kinderen daar maar in. Water is er nu toch genoeg. Ze laten zich in de bakken glijden en badderen tot ze gerimpeld zijn. Maar dat er niet echt genoeg water is, blijkt op de dag voor vertrek. Wanneer wij de watertank van de boot willen vullen, doen de kranen op de steiger het niet. Ook in de douches is vandaag niks verkrijgbaar. De tankwagens, die blijkbaar iedere dag het water bijvullen, zijn niet geweest. De Cedonully (ik schrijf de naam vast verkeerd), een Nederlands schip dat vandaag aan haar oversteek wilde beginnen, moet haar vertrek uitstellen tot er weer water is. En dan blijk je toch ineens in een derdewereldland te zijn.

Naast dit schip, zijn wij niet de enigen die naar de andere kant van de oceaan willen oversteken. De steigers en de baai liggen er vol mee. Het is geweldig om te zien. Op dit Kaapverdiaanse eiland kom je immers alleen met een schip, wanneer je een lange afstand over water hebt overbrugd. En een weg terug is er eigenlijk niet meer. Vanaf hier waaien en winden en stromingen voornamelijk naar het zuiden of het zuidwesten, dus naar Afrika, naar Caribisch gebied of Zuid-Amerika. Mocht je echt terug willen, kun je beter het vliegtuig pakken en je schip achterlaten.

Bevoorraden
Het is elke dag bedrijvig op de steiger. Mensen lopen met grote trossen groene bananen, waterflessen en andere boodschappen, alles bedoeld om hun boot zo goed mogelijk klaar te maken voor de minimaal tweeweekse oversteek. Ook wij gaan het stadje in voor wat vers fruit en groenten, eieren en drinkwater. Hoewel Mindelo maar liefst zeventigduizend inwoners heeft, is de variatie wat betreft fruit nogal beperkt. Voor groente puilen echter de groentemarktjes uit. Paprika's, komkommers, flespompoenen,aardappels, uien, wortels. zelfs andijvie en spinazie is voorradig. Voor fruit houdt de keus snel op. Bananen, papaya's, appels, (te) zachte kiwi's en sinaasappels. Dat is het wel zo ongeveer.

Op de dag voor vertrek gaan we met de bemanning van de Sailaway (Suzanne, Thijs en hun drie meiden van 3 tot en met 9 jaar) en Berenice en Finn van de Dixbay naar de kant voor vers inkopen. Het is zaterdag en overal langs de weg zitten lokalen die hun groenwaar hebben uitgestald. Met de kinderen manoeuvreren we ons tussen de mensen door. We houden stil bij de waterkant waar een tiental inwoners vers gevangen vis schoonmaken en de kinderen turen in een rooster, waaronder water loopt. Langs de kant doen groepjes inwoners kaart- en dobbelspelletjes en ook hier blijkt de minderheid een baan te hebben. Op een groentemarktje even verderop slaan we flink in, waarna we kinderen laten uitrennen in een splinternieuwe hardhouten speeltuin, gemaakt van wat balken, een net en wat planken. Succes is echter verzekerd.

Vreemd gevoel
Na een dag vol met laatste reparaties, water en brandstof bunkeren, boodschappen en schip aan kant maken, drinken we met vertrekkende schepen een drankje op de Sailaway. Het voelt vreemd. Eindelijk gaan we doen, waar we al zo lang tegenop zagen, namelijk bijna 1900 mijl varen met alleen water om ons heen, maar echt gespannen lijkt niemand. Het lijkt wel alsof we op de Canarische eilanden al aan de oversteek zijn begonnen en dit gewoon fase 2 is. Wanneer we het grof gebergte Sao Vincente de volgende dag achter ons later, dringt het ook niet helemaal tot ons door.

Tooooeeeet, tooooeeeeet, klinkt het, wanneer de haven uitvaren. Verschillende schepen toeteren ons uit. Het geeft een warm gevoel, alsof ze ons ermee een hart onder de riem steken. Nagenoeg gelijk met ons vertrekken de Barnstormer, een Hallbergrassi 36 met Marieke, Jorg en Nienke (2) aan boord, de Sailaway en ook een Pools schip begint aan de oversteek. De bemanning van de Blue's die we daar ontmoeten en de Dixbay blijven nog even en ook anderen kiezen elk hun eigen goede vertrekmoment. Met aanvankelijk het gereefde grootzeil en fok op, wisselen we door de ruime koers al gauw de zeilen voor onze vertrouwde booster.
Laten we die nou de hele reis zo staan? Vraagt mijn broer Marcel, maar Chris en ik hebben daar allebei een hard hoofd in. En in Marcel's eerste wacht, hoor ik het zeil al meerdere malen inslaan. Wanneer Chris om 00.00 uur de wacht overneemt, is de wind zo ingezakt dat ze het grootzeil en het fok met een spiboom weer hijsen. Maar wanneer ik vier uur later duf mijn bed uitduikel, is de wind gedraaid tot half en stellen we de zeilen weer bij. Tot zover de beloofde constante passaat op deze oversteek… ach, we zien wel wat de komende dagen brengt.

Wachten
Toch is deze tocht daadwerkelijk anders dan degene hiervoor. In plaats van 370 mijl voor de boeg op de Golf van Biskaje en 760 van Gran Canaria naar Sal, geeft de plotter nu aan dat we nog ruim 1800 mijl te gaan hebben. Met 100 mijl per dag zou je hier dus 18 dagen over kunnen doen, maar met de verwachte 15 tot 20 knopen op dit traject en 1 tot 2 knopen stroom cadeau, kun je het in een dag of 14 doen. We moeten maar niet te vaak kijken hoe ver we nog moeten. Marcel draait volledig mee in de wachten en dat is wel heel erg chique, want daardoor kun je in theorie gewoon acht uur slapen per nacht. Voorlopig hebben we een wachtensysteem van vier uur op, acht uur af. Met z'n drieën heb je daardoor twee keer per etmaal dezelfde wacht. Ik draai van 4 tot 8 's ochtend en van 16 tot 20 uur 's middags. Daarna ga ik slapen. Marcel draait van 20 tot 00 uur 's nachts en van 8 tot 12 uur 's ochtends, de zogenoemde kapiteinswacht. Chris heeft met 00 tot 4 uur s' nachts en 12 tot 16 uur 's middags de hondenwacht te pakken. Hij is de enige die niet aaneengesloten acht uur achter elkaar kan slapen. Maar hoe dit uitpakt, moeten de volgende dagen uitwijzen.

Verder is onze bestemming het Surinaamse Paramaribo, waar we vlak voor kerst hopen te arriveren.

Kerstsferen
De kinderen waren de afgelopen dagen wat onrustig, huilerig en zelfs afgelopen avond volledig afgedraaid. Ze voelen natuurlijk toch onze onbewuste spanning en hebben vaak ook een dag of twee nodig om zich aan te passen aan het nieuwe ritme. Vlak voor vertrek hebben we de boot in kerstsferen gebracht, met wat kerstpoppetjes, slingers en -sterren en een heus 20 centimeter hoog kerstboompjes van plastic. Dat geeft weer wat afleiding voor de jongste bemanning. Na deze lange lap tekst hoop ik deze trip geregeld iets kleinere verhaaltjes te tikken, maar of dat gaat lukken hangt af van de kwaliteit van de verbinding de korte golfradio, waarmee ik de teksten op de website kan plaatsen, maar vooral ook van de algehele situatie aan boord. Schommelende koersen zijn meestal geen goede bodem voor het tikken van verhalen en dan ben je blij wanneer je buiten niet-ziek-zit-te-zijn. Voorlopig is het rustig weer met slechts een lichte deining, een enorme sterrenhemel en een sikkeltje maan. Oftewel, ideaal. Tot zover deel 1 op een boot die misschien nog een uurtje geheel in ruste is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten