zaterdag 18 mei 2013

Oceaanoversteek 5e dag: de mast in

Uit mijn ooghoek zie ik het gebeuren. Ik heb net voor Hidde bij een denkbeeldige supermarkt 4 chocoladeijsje gekocht, wanneer de booster, ons grootste zeil, in zee stort. 'Chris', roep ik, terwijl ik naar voren stuif om het zeil uit het water te plukken. De val (lijn waarmee je hem hijst) is doorgeschavield en er hangt nog slechts een stukje touw aan het hijsoog. De rest van de lijn ligt op het dek. En dan voel ik nattigheid. Niet alleen omdat het doek doorweekt is, maar vooral omdat we met we met de booster ruim een knoop harder lopen dan met ons gewone tuig. Met het lichte weer van de afgelopen dagen kunnen we dus eigenlijk niet zonder. Iemand moet naar boven en een nieuwe lijn door het blokje doen. En aangezien ik Chris met handlier niet alleen omhoog krijg, ben ik de gek.

Bonzend hart
Ondanks dat het nog steeds rustig weer is, zwiept de boot geregeld heen en weer. Met bonzend hart kijk ik naar de ruim 14 meter hoge mast, die meebeweegt op de oceaandeining. Ik heb geen hoogtevrees, maar dit is gewoon niet mijn favoriete bezigheid. Of Chris nou gaat of ik. Iemand moet aan een lijn in een stoeltje van canvas omhoog en ik ben altijd als de dood dat er iets misgaat. En dan heb je gewoon een probleem, hoogtevrees of niet.

Chris trekt de bakskist in de kuip open, een diepe bak waar alles buiten onze 'huisraad' in zit. Onder meer een reservezeil, zak met lijnen en blokjes, opvouwbare bolderkar, noodroer, gastenvlaggetjes, zwemvesten, loopfietsje, step en ergens onderin een zak met onder meer het hijsstoeltje. Ik zet de kinderen voor een filmpje, schuif de kajuitluikjes ervoor zodat ze niet naar buiten kunnen - 'is goed mam', aldus Hidde - en Chris maakt het hijsstoeltje klaar. In het linkerzakje zit een leatherman en rechts zit een lange lijn met daaraan de nieuwe val (een oude schoot, niet aan gedacht een reservelijn te kopen…). In de rechterzak stop ik de camera, want wanneer ga je nou midden op de oceaan een mast in?

Oneindig
Met knikkende knieën laat ik me omhoog hijsen. Ik weet dat het zwaar is voor Chris, dus ik probeer me omhoog te trekken aan de stagen aan de zijkant van de mast. Maar het valt niet mee. De boot beweegt af en toe van links naar rechts en ik moet oppassen de aluminium paal niet los te laten. De mast lijkt oneindig en wanneer ik eenmaal boven ben, moet ik echt op adem komen. Ik heb mijn benen om de mast geklemd, houd met één hand een stag vast en moet met de andere een harpje (sluitinkje met schroefdraad) losdraaien dat eigenlijk te hoog boven mijn hoofd zit. Het gaat niet, ik heb de tang in de leatherman nodig. Uit alle macht klem ik me vast aan de mast, zodat ik allebei mijn handen vrij heb en draai aan het harpje.

Het duurt een eeuwigheid, maar uiteindelijk heb ik het blokje los, de lijn omhoog gehesen en een nieuw blokje vastgemaakt. Voorzichtig pak ik mijn camera, en snel maak ik 3 foto's en een klein filmpje. Ik hoor Lara huilen. Chris loopt naar de kuip en sust de boel. 'Ja, laat me maar weer zakken', roep ik even later. Langzaam laat hij het touw om de lier vieren. Zelfs het afdalen is een beetje griezelig. Zodra de boot beweegt, word ik bijna losgetrokken van de mast en koortsachtig zoek ik punten waaraan ik me kan vasthouden tijdens het dalen. Wanneer ik op het dek sta moet ik even zitten. Mijn handen en benen bibberen van de inspanning. Pfoeh, dat hebben we gehad.
Wanneer we even later de booster weer omhoog hebben en alles er goed uitziet, kan ik weer lachen. Het was echt teamwork en dat voelt goed. Nu maar hopen dat die lijn het houdt.

Verstand op nul
Het weer is nog steeds licht. Meestal hebben we 8 tot 10 knopen wind (windkracht 3), soms daaronder of daarboven. De snelheid is gemiddeld 4 tot 5 knopen per uur, niet echt iets om over naar huis te schrijven. Elke dag hebben we contact met andere schepen over het weer en, zoals het er nu uitziet, willen we in een keer door naar de Azoren. Natuurlijk is niets zo veranderlijk als het weer.

De zee is helder en diepblauw en ondanks dat er schepen in de buurt zijn, zien we helemaal niemand. De oceaan lijkt verlaten. Af en toe drijft er een dot wier voorbij of zien we een vliegende vis. Verder lijken we moederziel alleen. Met nog ruim 1700 mijl voor de boeg, dus zeker nog zeker nog 17 dagen varen, zetten we ons verstand maar op nul. En genieten we van tijd tot tijd van de intense stilte. Liefs!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten